Vaderlandsche historie. Deel 7
(1752)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 416]
| |
ontzet van Kameryk, welk, door Parma, nu omtrent een jaar, belegerd gehouden, en, door hongersnood, op het uiterste gebragt was. Ook noodzaakte Anjou hem, terstond, tot het opbreeken van 't beleg, en deedt toen zyne intreede in de Stad, die, schoon onder 't Keizerryk behoorende, hem als haaren Heere hulde deedt, en zynen eed ontving.Ga naar margenoot+ Weinige dagen daarna, dwong hy Chateau in Cambresis tot de overgaave. De Staaten en de Prins van Oranje vermaanden hem toen, om zyne overwinningen te vervolgen, en ten Lande van Artois in te rukken. Doch een ontydig geschil onder de Fransche Legerhoofden, die, de een na den anderen, weigerden, tegen den winter, dieper in 'tGa naar margenoot+ Land te trekken, noodzaakte hem, zyn Leger te scheiden, de vrywilligen naar huis, en de bezoldelingen, over Calais, langs de zeestrand, naar Vlaanderen, te zendenGa naar voetnoot(n). Ga naar margenoot+ Parma vervolgde de Franschen, eene korte poos; doch keerde, eerlang, te rug, en sloeg het beleg voor Doornik, op den eersten van Wynmaand. De Prins van Espinoi, Bevelhebber der Stad, was 'er, onlangs, met een groot deel der bezetting, uitgetoogen, om S. Guilain te bemagtigen, welk egter, kort hierna, door de Waalen, herwonnen werdt. Parma was hiervan onderrigt, en hadt, hierop, 't beleg van Doornik ondernomen. Doch de Prinses van Espinoi, de plaats haars Egtgenoots, met eenen mannelyken moed, bekleedende, stondt het beleg dapper- | |
[pagina 417]
| |
lyk door, zonder gevaar te ontzien, tot zo verre, dat zy ook een' schoot kreeg in den arm. Tegen 't einde van Slagtmaand, wierp de Kolonel Preston zig, met omtrent veertig man, in de Stad; doch dit volk deedt 'er meer kwaad dan goed, verbreidende losselyk, dat op ontzet van Anjou, waarmede men zig, tot hiertoe, gevleid hadt, geen staat te maaken was: 't welk den Roomschgezinden schoon spel gaf, om de Burgery te doen neigen tot de overgaave. Ook boodt Parma zulke voordeelige voorwaarden uit, dat de Stad, eindelyk, op den negenentwintigsten van Slagtmaand, by verdrag, opgegeven werdtGa naar voetnoot(o). |
|