Vaderlandsche historie. Deel 7
(1752)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXX. Kerktwist te Woerden.Op de Dagvaart in den Haage, van welke wy laatst gewaagden, werdt ook voorzien in eene Kerkelyke onlust, te Woerden, welke wy van wat hooger moeten ophaalen. Wy hebben reeds, by eene andere gelegenheidGa naar voetnoot(v), gemeld, dat de Luthersche Godsdienst hier alleen in 't openbaar geoefend werdt. Hertog Erik van Brunswyk, Pandheer van Woerden, hing de Augsburgsche | |
[pagina 332]
| |
belydenis aanGa naar voetnoot(w), en sedert dat hy 't bewind deezer Stede gehad hadtGa naar voetnoot(x), schynen zig veele Lutherschen, derwaards, vervoegd te hebben. Ook waren de Regenten, welken hy aanstelde, deezer belydenisse toegedaan. Maar nadat de Staaten noodig geoordeeld hadden, zig van Woerden te verzekeren, kwam hierin verandering. De Prins verstelde 'er de Regeering, en bragt 'er eenige Hervormden in. Een der Predikanten, Jan Zaliger genoemd, hadt zig, te meermaalen, van den Predikstoel, vinnig laaten hooren tegen de Kalvinischen, dezelven uitmaakende voor eedbreekers en oproerigen, die der Wethouderschap de wet zogten te stellen. De Roomsch- en Doopsgezinden plagt hy verleiders en zielmoorders te noemen. Al dit was door de vingeren gezien; doch in Bloeimaand des jaars 1579, tastte hy den Prinse aan, dryvende, dat deeze de Wet, tegen de voorregten der Stad, veranderd, en eenige valsche Christenen daarin getrokken hadt. In Oogstmaand, bragt hy 't stuk van het verlaaten des Konings op den predikstoel, leerende, dat daartoe veel behoorde, en dat men God bidden moest, om wysheid voor de Staaten. Van zulk prediken kreeg men ras kennis in den Haage. De Staaten zonden gemagtigden naar Woerden, die, den Predikant gehoord hebbende, hem bevalen, zig van 't leeren, zo wel heimelyk als openlyk, te onthouden. Zyn medeleeraar, Hen- | |
[pagina 333]
| |
rik Vredeland, zegt toen ook zynen dienst op. Men vat hem by 't woord, en verbiedt hem en Zaliger het leeren in de Kerke. Straks daarop, wordt Nikolaas Simonszoon, Predikant te Jaapswoude, die voor Luthersch ging, doch met de Rynlandsche Kerken gemeenschap hieldt, ontbooden naar Woerden, om, voor eenen tyd, in de Kerke aldaar, te prediken. Hy doet het met genoegen van veelen. Maar Vredeland predikt 'er tegen aan, in eene schuur. De twist wakkert, en Zaliger wordt de Stad verbooden. Hy plaatst zig in de Voorstad, houdt daar talryke byeenkomsten, niet zonder vermoeden te geeven, dat hy 'er ook predikte. De Staaten vernieuwen 't gedaan verbod; waarop zig eenigen zyner aanhangeren naar den Haage begeeven, om hem te verschoonen by de Staaten, die hun antwoorden ‘dat zy Zaliger, om zyne oproerige en lasterlyke taal, het prediken in Holland niet toelaaten konnen: zonder dat zy egter voorhebben, iemant, te Woerden, te hinderen in zynen Godsdienst, dien zy erkennen niet tot hunneGa naar margenoot* roepinge te behoorenGa naar voetnoot(y).’ Niet te vrede met dit bescheid, vervoegde men zig tot den Prinse, die de zaak wederom aan de Staaten verzondt, waarop deezen, ter jongster Dagvaart, op den vierden van Grasmaand, by goeddunken zyner Doorlugtigheid, verklaarden ‘dat beide aan Vredeland en Zaliger de Stad ontzeid zou blyven; en dat de Hervormde Leer voortaan in de Ker- | |
[pagina 334]
| |
ke gepredikt zou worden, de Augsburgsche alleen ter plaatse daar zulks laatstelyk geschied was, zonder dat de eene of de andere gezindheid zou mogen lasterenGa naar voetnoot(z).’ Evenwel bleef het 'er, dit gantsche jaar, nog ongerustGa naar voetnoot(a). In Zomermaand, moesten de Staaten de Ingezetenen van Woerden wederom ernstelyk doen vermaanen tot gehoorzaamheid aan de Overheid. Ook gebooden zy, dat 'er geene Predikanten zouden beroepen worden dan die goed getuigenis hadden tot genoegen van de StaatenGa naar voetnoot(b). Desonaangezien, vind ik, dat de Predikant Mattheus Rudze, om lasterlyke woorden tegen de Staaten, wat laater, in den Haage gedagvaard isGa naar voetnoot(c). Wy zullen hierna zien, wat 'er van hem geworden zy. Den Predikant Nikolaas Simonszoon overleeden zynde, beslooten de Staaten, zorg te draagen, dat 'er een ander Hervormd Leeraar in zyne stede beroepen werdtGa naar voetnoot(d). |
|