Vaderlandsche historie. Deel 7
(1752)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXIII. Aanslag van Billy op Groningen en Leeuwaarden.Ten deezen tyde, raakte, te Groningen, in hegtenis François Majart, die, door den Heere van Billy, welke, sedert het Verdrag met Don Jan van Marche in Famine, geslaakt was, gebezigd werdt, om hem den weg te bereiden tot de verlooren' Landvoogdye, waarin hy zig, met geweld, dagt te herstellenGa naar voetnoot(v). Wybe van Goutum kwam, kort hierna, waarschynlyk door bestel van Billy, met honderdendertig man, op 't Vliet, eene voorstad van Leeuwaarden, en wist, eerlang, den Drossaard, Joan van Mathenes van Wybesma, zulks te beleezen, dat hy op 't Slot gelaaten werdt, waarvan hy zig toen volkomen meester maakte. De burgery van Leeuwaarden kogt 'er hem egter wederom af, om eene leening van dertien weeken, die drie-endertighonderd guldens beliep. Men sprak toen ook van 't Slot om verre te haalen; doch liet het na, ter oorzaake der afwezendheid van den Stadhouder,Ga naar margenoot+ Heere van Ville, die, eerst, gelyk veelen, zyn Hof gemaakt hebbende by Don Jan; na 't gebeurde te Namen, de zyde der algemeene Staaten gekooren hadt, door hen tot vasten Stadhouder over Friesland, Groningen, Drente, Twente en Lingen aangesteld, en voor 't uitgaan van Herfstmaand, in Friesland wedergekeerd was. Hier, twee vendels Hoogduitschen van Bossus regement, leggende in de schansen te Oostmarhorn, in de Lemmer, te Slooten, te Makkum en te | |
[pagina 166]
| |
Hinloopen, met toezegging van eenige betaaling, vergenoegd, en tot vertrekken bewoogen hebbende, deedt hy deeze schansen slegten, stellende, daarna, de Friesche boeren in 't geweer, onder éénen Hopman in elke Grietenye: 't welk hem, egter, in Groningerland, daar hy 't ook dagt te doen, niet gelukken wildeGa naar voetnoot(w). De Burgten te Leeuwaarden en te Groningen werden, wat laater, insgelyks geslegtGa naar voetnoot(x). |
|