Vaderlandsche historie. Deel 7
(1752)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXX. Eerste opening tot de Gendsche Vredehandeling.Kort hierna egter, verzogten hem de Staaten van Brabant, Vlaanderen en Henegouwen, en Auchy zelf, uit den naam der gemagtigde Staaten, te Brussel vergaderd, dat hy zyn Krygsvolk te rug ontbieden wilde, zynde men gezind, eene wapenschorsing met hem te sluiten, en den Bredaschen Vredehandel te hervatten, waartoe de Stad Gend | |
[pagina 109]
| |
werdt voorgeslaagenGa naar voetnoot(h). 't Schynt, dat de Vlaamingen reeds vreesden, dat de Prins te veel voets in Vlaanderen krygen zou, en dat zy, hierom, zyn Krygsvolk gaarne wilden loozen. Doch de Prins hadt geene ooren naar hun verzoek. Ook dagt hy, veelligt, dàt zyn Krygsvolk der Vredehandeling nadruk byzetten zou, als het, zo wel als dat der Staaten, by der hand was, en eenige sterke Plaatsen bezet hieldt. Wyders, vind ik, dat Willem Oom, aan die van Holland, in Hooimaand, ook eenigen voorslag tot vrede gedaan heeft: waarop hem de Staaten vrygeleide gegeven hadden, om op Utrecht, naar Brabant, en elders te verreizen. Doch de muitery in Schouwen hierop gevolgd zynde, werdt hy, in zyn huis, te Rotterdam, eenigen tyd, in verzekering gehoudenGa naar voetnoot(i). Sedert was 'er van geene vrede gerept dan nu, in Herfstmaand. De Prins en de Staaten van Holland en Zeeland, nu beteren uitslag van de handeling verwagtende dan voorheen, en ook, om 's volks wille, dat zeer tot de vrede neigde, den handel niet durvende nalaaten, namen den voorslag der algemeene Staaten, zo alsze zig noemden, schoon verscheiden' gewesten zig nog niet met hen gevoegd hadden, in ernstige overweegingGa naar voetnoot(k). De Staaten van Holland magtigden Jakob van der Does, die egter, om zynen ouderdom, verschoond werdt, Willem van Zuilen van Nyveld, Adriaan van der Myle en den Ad- | |
[pagina 110]
| |
vokaat Buis, om, met zyne Doorlugtigheid, op 't stuk der Vredehandeling, ten meesten dienst van den Lande, te besluiten, zonder dat zy met de Staaten rugspraak behoefden te houden, behalve op de punten van den Godsdienst en van de verzekerdheidGa naar voetnoot(l). Terstond hierna, zogt men Gelderland tot 's Prinsen zyde over te haalen. Ook werden 'er Brieven gezonden, naar Amsterdam en naar Utrecht, en schikten de Staaten Gemagtigden naar Gouda, om aldaar, met deeze twee Steden, met de Gelderschen en anderen, in onderhandeling te treedenGa naar voetnoot(m): 't welk van dit gevolg was, dat Utrecht zig, eerlang, by de algemeene Staaten voegde, vreezende voor de Hollanders, die hun met het intrekken der vrywaaringen ten platten Lande van 't Stigt, gedreigd hadden. Gelderland en Zutfen toonden gelyke begeerte, zo men slegts middel wist, om hun van 't overvloedig Krygsvolk te ontlasten. Ook zouden Friesland en Groningen op de sprong gestaan hebben, indien Billy, die de sterkten der Landstreeken bezet hadt, hen niet in bedwang hadt gehouden. Maar de meeste andere Landschappen voegden zig, het een na het ander, met de algemeene StaatenGa naar voetnoot(n). Ga naar margenoot+ De Gemagtigden des Prinsen en der Staaten van Holland en Zeeland, Aldegonde, van Dorp, Nyveld, Buis, van der Myle, Kornelis de Koning, Anthoni van Zikkele, en Andries de Jonge waren, in Wynmaand, te Gend | |
[pagina 111]
| |
gekomen, alwaar de onderhandeling, den negentienden, werdt aangevangen. Men besloot spoedig tot eenen stilstand van wapenen, tot wederopzeggens toeGa naar voetnoot(o). |
|