Vaderlandsche historie. Deel 6
(1752)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 476]
| |
Requesens, in den aanvang van Zomermaand, eene algemeene vergiffenis afkondigen, op 's Konings naam: die veel ruimer ingesteld was dan de vergiffenis, ten tyde van Alva, ‘Men hadt zig nu slegts te biegten en tot den schoot der Kerke weder te keeren, om 's Konings genade te verwerven; die zelfs den aanhangeren der oproerigen niet geweigerd zou worden, zo zy, binnen twee maanden, berouw toonden. Ook werden zulken, die bewyzen konden als Roomsche Christenen geleefd te hebben, hunne aangeslaagen' goederen wederom toegezeidGa naar voetnoot(s).’ Paus Gregoor de XIII. bevestigde deeze vergiffenisGa naar voetnoot(t). De Pastoor van Kastrikom zondt 'er een afdruksel van aan de Regeering van Alkmaar: waarop hy, terstond, gevat werdt: doch alzo men bevondt, dat hy een onnozel man was, die zig nimmer bitter tegen de Onroomschen getoond hadt, ontsloeg men hem wederomGa naar voetnoot(u). Door middel van deeze vergiffenis, zogt men eenige Hollandsche en Zeeuwsche Steden te doen omslaan: doch men vondt 'er geenen, die hiertoe eenige genegenheid toondenGa naar voetnoot(v). Men vertrouwde den Spanjaarden en den Koning zelven niets gunstigsGa naar margenoot+ toe, in Holland en in Zeeland. Voorts dagt Don Louis, onder den glimp deezer vergiffenis, de algemeene Staaten, die hy, ten deezen tyde, te Brussel beschreeven hadt, te beweegen tot bewilliging, in de voor lang | |
[pagina 477]
| |
gevorderde twee millioenen 's jaars voor den tyd van zes jaaren, van welken nu 't vyfde jaar liep, zonder dat 'er nog iets was opgebragt. Nog vorderde hy een' honderdsten Penning, na dat de zes jaaren om zouden zyn. Doch men hadt geene ooren naar zyn verzoek, ten ware hy de handeling der penningen aan inboorlingen wilde toevertrouwen, in welk geval, men, in een gedeelte van zynen eisch, zou hebben bewilligd. Maar hy wilde hiertoe niet verstaan. De zomer verliep, derhalve, zonder dat hy iets verwerven konGa naar voetnoot(w). In 't najaar, zogt hy, by wyzeGa naar margenoot+ van leening, geld, in Brabant, zonder verlof der Staaten, te heffen: doch deeze toeleg haperde, insgelyks. Grooten en kleinen, met naame die van Brussel, riepen, dat men hunne voorregten met voeten tradt, en drongen den Landvoogd, die min hartig was dan Alva om zyn stuk te dryven, tot het staaken van zyn voorneemenGa naar voetnoot(x), waardoor hy, geenen kans ziende, om 't Krygsvolk te voldoen, in de uiterste verlegenheid raakteGa naar voetnoot(y). Uit Spanje kwam, sedert eenigen tyd, weinig onderstand, en rekende men, dat de binnenlandsche kryg den Koning en den Landen nu reeds meer dan twintig millioenen gekost hadtGa naar voetnoot(z). Men raadpleegde ook, ten deezen tyde, in de Byeenkomsten der Staaten van Brabant, om alle de Handelingen des Hertogs van Alva te vernietigenGa naar voetnoot(a): waaruit de | |
[pagina 478]
| |
tegenwoordige Landvoogd bespeuren kon, hoe ongeraaden het hem ware, de voetstappen van zynen voorzaat, in eenigerhande opzigten, te volgen. |
|