Vaderlandsche historie. Deel 6
(1752)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXI. Alvas Buskruid verbrand.'t Verdriet, dat Alva hiervan gevoelde, werdt vermeerderd, door de spytige tyding, die hy, ten deezen zelfden tyde, uit Duitschland, kreeg. Vyftigduizend ponden Buskruids, welken hy van daar verwagtte, waren, op bevel der Hertogen Joan Kazimir en Christoffel, Zoonen van den Paltsgraaf, Fredrik den III, die met den Prinse van Oranje | |
[pagina 454]
| |
verbonden was, op de heide, ontlaaden, en aan brand gesteken: welk stuk, daarna, door deeze Vorsten, in openbaaren druk, verdedigdGa naar margenoot+ werdtGa naar voetnoot(o). Zo veele rampen, op malkanderen komende, maakten Alva, eindelyk, wars van 't bewind: en deeden hem, al voor eenigen tyd, onder voorwendsel van zwakheid en hoogen ouderdom, aanhouden om zyn ontslag. Ga naar margenoot+ Filips vatte hem by 't woord, en, te vooren reeds, Don Louis de Requesens en Cuninga, Groot-Kommandeur van Kastilie en Stedehouder van Milaan, tot algemeenen Landvoogd, in Alvas plaatse, benoemd hebbende, deedt hy dien, in alleryl, herwaards vertrekken. Midlerwyl, hadt Hopperus, in eenen Brief, zyne goede hoedanigheden gepreezenGa naar voetnoot(p): 't welk hier verspreid werdt, om 't volk, met een gunstig vooroordeel hem aangaande, in te neemen. De Landvoogd kwam, op den zeventienden van Slagtmaand, te Brussel, alwaar hy, met groot betoog van blydschap, werdt ingehaald. Hy bragt brieven mede aan de Staaten der byzondere Landschappen, by welken de Koning hem tot Landvoogd aanstelde: zelf voegde hy hier andere brieven by, waarin hy zig breed uitliet, over zyne agting voor 's Lands Staaten, en over zyne zugt tot de gemeene welvaartGa naar voetnoot(q). De Hertog van Alva,Ga naar margenoot+ die zynen Opvolger, op de grenzen, was | |
[pagina 455]
| |
gaan ontmoeten, maakte terstond zyn werk, om 's Lands zaaken, zo als hyze inzag, voor hem open te leggen, hem zoekende te beweegen, om in dezelfde maatregels te treeden, die men, tot hiertoe, gevolgd hadt. Ten deezen einde, deedt hy hem geduurig verzellen van zynen Zoon, Don Fredrik, en van Vargas, Roda en Albernot: zo dat naauwlyks iemant, behalve deezen, gelegenheid hadt, om den Landvoogd te onderhouden. Men gaf hem, in verscheiden' heimelyke gesprekken, eene haatelyke beschryving van 's Konings Amptenaars in Nederland: wier sommigen van onervaarenheid, anderen van ontrouw verdagt gemaakt werden. 't Volk in 't algemeen werdt hem als kettersch of wederspannig afgemaald. En nademaal de Hertog oordeelde, dat de tegenwoordige oorlog, door 't vorderen des tienden Pennings, veroorzaakt was, deedt hy zyn best, om Requesens in te boezemen, dat de Staaten allen in deeze belasting bewilligd hadden: waaruit volgde, dat zy zelven, niet de Hertog, de schuld hadden van de beroerten, die 'er uit waren ontstaan. Voorts gaf hy zynen Opvolger te kennen, dat hy, by 't aanvaarden der Landvoogdye, groote gebreken in de Regtsoefening bespeurd hebbende, en dezelven niet weetende te herstellen door de Nederlandsche Regters, zig van Spanjaards hadt bediend: 't welk hem, ten onregte, by 't volk, in den haat gebragt hadtGa naar voetnoot(r). Alva verschoof, ondertusschen, het over-Ga naar margenoot+ | |
[pagina 456]
| |
draagen der Landvoogdye, van dag tot dag, 't welk sommigen byna deedt vreezen, dat hy met deezen Landvoogd handelen zou, als met den Hertoge van Medina CeliGa naar voetnoot(s). Eindelyk, den Raad van Staate, die nu slegts uit Aarschot, Barlaimont en Viglius bestondtGa naar voetnoot(2), op den negenentwintigsten van Slagtmaand, hebbende byeen geroepen, droeg hy 't bewind van Krygs-en Regeeringszaaken aan Requesens overGa naar voetnoot(t). Hy bleef egter nog te Brussel, tot over 't midden van Wintermaand, niet zonder eenig misnoegen des nieuwen LandvoogdsGa naar voetnoot(u), begeevende, in dien tusschentyd, verscheiden' openstaande Ampten: de dagtekening der lastbrieven tot dezelven vervroegende, tot voor den tyd, dat hy 't bewind hadt afgestaan. Men meende, dat de Raad der Beroerten nu ook afgeschaft zou zyn geworden; doch Alva bewoog zynen Opvolger, om dien in stand te houden. Ook nam 'er Vargas zyne voorige plaats wederom in, en de Raad bleef in bedryf, zelfs na dat Vargas, een' dag na Alva, naar Spanje vertrokken was. Ga naar margenoot+ Alva verreisde op den agttienden van Wintermaand, verzeld van Don Fredrik, die 't beleg van Leiden aan Baldes vertrouwd hadtGa naar voetnoot(v), en begeleid van vyf Kornetten paarden. | |
[pagina 457]
| |
Hy nam zynen weg te lande, door Lotharingen, Bourgondie, Savoye en Lombardye, tot Genua toe, vanwaar hy, te water, in Spanje kwam. De Koning ontving hem gunstiger dan men verwagt, en, in 't eerst, hier verspreid hadtGa naar voetnoot(w): en schoon hy, eerlang, ter oorzaake van een Huwelyk, door Don Fredrik, op zynen raad, tegen den zin van Filips, aangegaan, in 's Konings ongenade viel, en te Uzeda gevangen gezet werdt; stelde Filips hem, na de dood des Konings van Portugal, niet slegts in vryheid, maar gaf hem 't bewind over 't Leger, dat naar Portugal gezonden werdt, om Filips van de Portugeesche Kroon te verzekeren, waartoe de Hertog veel geholpen heeft. Hy is, in 't jaar 1582, den twaalfden van Wintermaand, in hoogen ouderdom, te Lisbon, overleedenGa naar voetnoot(x). Zyne vrienden en vyanden zyn 't eens, dat hy een doorsleepen en geoefend Krygsman geweest is; doch dat zyne trotsheid en kleinagting voor anderen en zyne maatelooze strengheid, die dikwils naar wreedheid zweemde, den Koning, wiens gezag hy, hier te lande, in top zogt te vyzelen, meer schade dan voordeel gedaan heeftGa naar voetnoot(y). Men geeft hem na, dat hy zig, op de reize uit Nederland, by Graave Lodewyk van Koningstein, Oranjes Oom van Moeders zyde, beroemd zou hebben, geduu- | |
[pagina 458]
| |
rende zyn bewind over deeze Landen, welk maar ruim zes jaaren geduurd hadt, agttienduizendenzeshonderd menschen, om 't geloof en om weêrspannigheid, te hebben doen ombrengenGa naar voetnoot(z). Doch sommigen hebben Vargas de meeste schuld gegeven van de wreedheden, hier, tegen de ketters, gepleegd, en Alva, niet slegts als voorzigtig, maar zelfs als zagtmoedig beschreevenGa naar voetnoot(a): hoewel men zou mogen agten, dat in zulk eene beschryving meer hoofsche welleevendheid of vleiery dan opregtheid doorsteekt. |
|