Vaderlandsche historie. Deel 6
(1752)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 401]
| |
maand, de meeste Geldersche en andere Steden, die te vooren 's Prinsen zyde gekooren hadden, den Spaanschen wederom toevallen. Na 't overgaan van Bergen en de Brabantsche Steden, hadt de Hertog, zynen Zoon, Don Fredrik, met het gros zyns Legers, welk egter, in de plondering van Mechelen, door verloop, merkelyk gesmolten was, gezonden naar Gelderland, terwyl hy zelf, over Maastricht, naar Nieuwmegen toog, alwaar hy eenigen tyd vertoefdeGa naar voetnoot(v). Don FredrikGa naar margenoot+ sloeg zig eerst neder, voor Zutfen. De bezetting, hier oneens zynde met een goed deel der Burgerye, verliet de Stad, die toen den Spaanschen geopend werdt. Deezen, misnoegd om dat men de Stad niet terstond hadt opgegeven, storten ter Poorte in, of vallen over de begonnen' bresse, stigten brand aan agt oorden, slaan al dood wat hun ontmoet, dryven een deel der Ingezetenen in den Yssel, een deel anderen, moedernaakt, ter Stede uit, en boeten hunne geilheid, met vrouwen en maagden. Die overbleeven moesten, sedert, zwaare leeningen aan 't Krygsvolk doen: waarin zelfs de Geestelykheid des Landschaps niet verschoond werdt. De Steden Lochem en Doesburg hadden, ondertusschen, te Nieuwmegen, by den Hertoge, genade gezogt en verworven. Oranje, wel bevroedende, hoe groot eene verbaasdheid 't verkragten van Zutfen alomme veroorzaaken, en welke nadeelige gevolgen voor Hol- | |
[pagina 402]
| |
land het naar zig sleepen zou, maakte zig gereed, om naar Overyssel te vertrekken, den Hertoge daar, den gantschen winter, werk te geeven, en uit Holland te houden.Ga naar margenoot+ En hy hadt nu veertig vendelen byeen gedrukt, toen hy vernam, dat de Graaf van den Berg, die de zorg over Gelderland en Overyssel aan zig genomen hadt, met zyne Gemaalin en goederen, uit Kampen gevlugt wasGa naar voetnoot(w). Terstond hierop, verliep de bezetting uit alle de Steden van deezen oord en van Gelderland, die zig, de eene na de andere, Bommel, alleenlyk, uitgenomen, aan Don Fredrik, of aan Gillis van Barlaimont, Heere van Hierges, kwamen onderwerpenGa naar voetnoot(x). In Friesland, liepen 's Prinsen zaaken ook agteruit. De Heer van Billy overviel en sloeg zesduizend Nassauschen, by Staveren; waarop 't wederomslaan der afgevallen' Steden volgde, die allen haare wallen slegten moesten. Graaf Joost van Schouwenberg hadt, reeds te vooren, uit vreeze voor Billy, de begonnen schans by Makkum, en voorts gantsch Friesland verlaatenGa naar voetnoot(y): alle welke rampen den Prinse verhinderden, den ontworpen togt naar Overyssel voort te zetten. |
|