Vaderlandsche historie. Deel 6
(1752)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXXII. Medenblik wordt omgezet.Sonoi dan, eerst orde gesteld hebbende, op de bewaaringe van Enkhuizen, maakte zyn werk, om de andere Steden van deezen oord om te zetten. Medenblik werdt eerst aangezogt. Naar deeze Stad, hadt Alva, kort te vooren, eenige Waalen geschikt, die men niet hadt willen inlaaten. Sonoi zondt dan de Hopluiden Ruikhaver, Kabeljaauw en Dirk Brouwer derwaards, om, met de Wethouderschap, te handelen. Doch de Slotvoogd, Jonkheer Kornelis van Ryswyk, wist dit eenige dagen te beletten. 't Stuk werdt, nogtans, derwyze beleid, dat de Enkhuizers, eerlang de Stad van twee kanten overvallende, de Spaanschgezinden noodzaakten, de vlugt op 't Slot te neemen, welk, overmids men 'er de vrouwen en kinders der gevlugtten, tot eene borstweering, tegen aan zette, haast werdt opgegeven: waarna de Stad 's Prinsen zyde koos, in den aanvang van ZomermaandGa naar voetnoot(t). Hoorn was, door den Prinse, schriftelykGa naar margenoot+ vermaand. En hierop, was 'er, even als te Enkhuizen, beweeging onder de Burgerye ontstaan, die de Wethouders, eerst door 't inlaaten van bezetting, en toen dit niet gelukken wilde, door het aanneemen van drie vendelen Knegten, zogten te stillen. In deezen staat der zaaken, bewoogen die | |
[pagina 364]
| |
van Enkhuizen twee der drie Hopluiden deezer Knegten, om 's Prinsen volk, by nagt, in te laaten. Doch de Burgery, die zy 't eerst voorsloegen, wilde 'er niet toe verstaan. Op den agttienden van Zomermaand, vergaderde de Raad, met de Hoofden der Gilden en Schutteryen, om te overleggen, wiens volk men inneemen zou, Alva's of 's Prinsen. De meesten stemden voor 's Prinsen volk, dat, 's anderendaags, onder Jaques Hennebert, in de Stad kwam, over welke, sedert, Josua van Alveringen, Heer van Hofwegen, tot Overste gesteld werdt. De Regeering veranderd zynde, deeden de Ingezetenen den nieuwen eed, eerst op den derden van HooimaandGa naar voetnoot(u).Ga naar margenoot+ De andere Steden van 't Noorderkwartier, Alkmaar, Edam, Monnikendam en Purmerende, waren, op gelyke wyze, in Zomermaand, omgezet. Doch 't zal niet noodig zyn, ons over de omstandigheden deezer veranderingen, die onderling groote overeenkomst hadden, breeder uit te laaten. Boshuizen, omtrent deezen tyd, met zyne Vloot, voor Enkhuizen, gekomen, moest zien, dat drie zyner Hopluiden zig, met hun volk, naar de Stad en in 's Prinsen eed begavenGa naar voetnoot(v). |
|