Vaderlandsche historie. Deel 6
(1752)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 258]
| |
entwintigsten van LouwmaandGa naar voetnoot(q), openlyk doen indaagen den Prins van Oranje, den Heer van Brederode, en de Graaven van Nassau, van den Berge, van Hoogstraaten en van Kuilenburg. De Prins werdt beschuldigd, als het hoofd der oproerigen, en hem voorts te last gelegd ‘dat hy de Regeering hadt tragten te onderkruipen; dat hy de onderzaaten hadt vervreemd van de liefde tot hunnen natuurlyken Heer; dat hy de Edelen opgestookt, en, tot hunne oproerige samenkomsten, zyne Huizen, te Breda en te Brussel, geleend hadt; dat hy Brederode geschut verschaft, 's Konings Krygsvolk uit Zeeland geweerd, werving en geldligting, en zelfs het stigten van Onroomsche Kerken, te Antwerpen, toegelaaten hadtGa naar voetnoot(r).’ Den anderen werden diergelyke misdaaden aangetygd: byzonderlyk ook, dat zy den Prinse van Oranje, in alles, hadden aangehangen. Den Heere van Brederode werdt het aanneemen van Krygsvolk, 't voeren van wapenen tegen den Koning, 't heffen van penningen, 't plonderen en brandschatten van geestelyken en weereldlyken verweeten. Over alle deeze wanbedryven, moesten de ingedaagden zig, binnen driemaal veertien dagen, voor den Hertoge van Alva, komen verantwoordenGa naar voetnoot(s).Ga naar margenoot+ Ten zelfden tyde, of weinig laater, deedt Alva Filips Willem, Graaf van Buuren, oudsten Zoon des Prinsen van Oranje, uit | |
[pagina 259]
| |
de Hooge Schoole van Leuven, alwaar zyn Vader, vertrouwende op 's jongelings onschuld en op de vryheden der Schoole, hem gelaaten hadt, met geweld, ligten, en te schepe naar Spanje voerenGa naar voetnoot(t): daar hy, agtentwintig jaaren lang, gevangen gehouden werdtGa naar voetnoot(u). Men verhaalt, dat Vargas, toenGa naar margenoot+ de Bestierders der Hooge Schoole hem vertoonden, hoe zulk vervoeren met hunne voorregten streedt, hun, in kwaad Latyn, zou geantwoord hebben, non curamus vestros privilegios, wy kreunen ons niet aan uwe voorregtenGa naar voetnoot(v): 't welk, 't zy 't hier gesproken wierdt of niet, naderhand, ook in andere opzigten, klaar genoeg gebleeken is. De Heer van Barlaimont werdt, sedert, aangesteld, om de goederen des jongen Graafs van Buuren, als zyn Momber of Voogd, te bestierenGa naar voetnoot(w). Oranje,Ga naar margenoot+ midlerwyl, in Duitschland, kennis gekreegen hebbende van zyne indaaging, vondt, gelyk men denken kan, ongeraaden, om, op dezelve, te verschynen. Hy gaf 'er zyne redenen van, in eenen Brief aan den Prokureur Generaal Jan du Bois, van welken hy Alva zelven een Afschrift toezondtGa naar voetnoot(x), te gelyk klaagende, over 't vangen en vervoeren van zynen onnozelen Zoon, een' jongeling van dertien jaaren. Voorts wees hy de nietigheid zyner indaaging aan, vertoonende, dat hy, als een Lid des Ryks en der Vliesorde, op | |
[pagina 260]
| |
eene gantsch andere wyze, te regt gesteld behoorde te worden. Op de byzonderheden, die hem te last gelegd werden, antwoordde hy niet, by deeze gelegenheid: doch wat laater, gaf hy eene wydluftige verdediging van zyn gehouden gedragGa naar voetnoot(y) in't licht: waarin hy ‘Granvelle afmaalde, als de eerste oorzaak der Nederlandsche beroerten, beweerende te gelyk, dat het Verbond der Edelen, buiten zyne kennis, geslooten was: de werving te Antwerpen kon, zeide hy, hem, die 't geworven volk hadt helpen verstrooijen, niet geweesten worden. Voorts, beriep hy zig op de diensten van zig zelven en van zyne voorzaaten, die veel te ligt geschat werden, sluitende, eindelyk, met bede, dat de Hemel den Koning de onschuld zyner vervolgde dienaaren wilde doen zien, op dat, eindelyk, bleeke, dat het kwaad, welk men leedt, niet hem, maar zulken, die hem, tot hiertoe, de waarheid verdonkerd hadden, moest geweeten worden.’ De Graaf van HoogstraatenGa naar voetnoot(z) en andere Heeren hebben, sedert, ook diergelyk een antwoord op de Indaagingen in 't licht gegevenGa naar voetnoot(a). |
|