Vaderlandsche historie. Deel 6
(1752)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijVI. Verbindtenis tot het opbrengen van eenige penningen tot voorstand van 't Verbond der Edelen.Van de zyde der verbonden' Edelen, werdt, ondertusschen, naauwlyks, iets ondernomen, om 's Lands vryheid, tegen 't Spaansch geweld, te verdedigen. Alleenlyk, vindt men, dat eenigen, na 't vangen van Egmond en Hoorne, doch voor Sprokkelmaand des jaars 1568, een Geschrift getekend hebbenGa naar voetnoot(g), waarby zy zig verbinden, eenige penningen op te brengen, tot voorstand der goede zaake. De Heer van Brederode, die toen nog leefde, heeft 'er twaalfduizend Karels guldens by beloofd; Albrecht van Hugtenbroek, Adolf van der Aa en Diderik Sonoi, ieder vierhonderd guldens Brabantsch; Christoffel van Leefdale tweehonderd zulke guldens; Dirk van Haaften honderd gouden Kroonen; Willem van Zevenbergen honderd Karels guldens; Krispinus van Albrug tweehonderd guldens, met zyn' Persoon; en A. Domburg honderd Kroonen, insgelyks boven zyn' Persoon. Doch men weet niet, of deeze penningen opgebragt, veel min, hoe zy besteed zyn. Uit Spanje kwam, midlerwyl, schryvensGa naar margenoot+ | |
[pagina 256]
| |
aan de Landvoogdesse, waarby zy van 't hoog bewind ontslaagen, en Alva, in haare plaatse, aangesteld werdtGa naar voetnoot(h). Zy nam toen, terstond, schriftelyk afscheid van de Staaten, en vertrok, op den dertigsten van Wintermaand,Ga naar margenoot+ naar ItalieGa naar voetnoot(i). De Staaten van Brabant deeden haar een geschenk van vyfentwintigduizend guldensGa naar voetnoot(k). Doch ik vind niet, dat de andere Landschappen dit voorbeeld gevolgd hebben. In Holland, werdt het, by de meerderheid, afgestemd, ter oorzaake van 's Lands zwaaren last en de benaauwdheid der tyden. Ook lei men zig soberen dank toe, voor een geschenk, dat der Hertoginne, die reeds vertrokken was, niet, in persoon, zou konnen aangebooden wordenGa naar voetnoot(l). De harde regeering van haaren Opvolger Alva is oorzaak geweest, dat haar naam, by de Nederlanders, in goede gedagtenis gebleeven is. Men heeft haare schranderheid in Staatszaaken hoog geroemd, schoon zy 'er, mogelyk, niet veele blyken van gegeven heeft, die men, eeniglyk, op haare rekening, zou durven stellen. Doch zy hadt bekwaame Staatsdienaars, die haar te rug hielden, als zy op 't punt stondt van eenen kwaaden stap te doen: gelyk bleek, toen zy Brussel verlaaten wilde, in den aanvang der Beeldstorminge. Zy wordt, ergens, beschuldigd, dat zy iemant zou hebben uit- | |
[pagina 257]
| |
gezonden, om den Prinse van Oranje van kant te helpenGa naar voetnoot(m). Doch op wat grond deeze beschuldiging steune, heb ik niet konnen vinden. De Hertog van Alva, nu verheeven tot deGa naar margenoot+ Opperlandvoogdye, stelde terstond zyn voorneemen, om de voornaamste Steden van Kasteeleen te voorzien, aan Antwerpen, te werk. Hier werdt, door magt van volk, in weinige weeken, eene aanzienlyke Sterkte van vier bolẘerken gestigt, waaraan veertien tonnen schats besteed werden, welker derde deel, door de Stad, gedraagen worden moestGa naar voetnoot(n). Naderhand, ving hy ook elders het bouwen van Sterkten aan; doch de beroerten, die eerlang ontstonden, verhinderden 't voltrekken der meesten. Ook waren 'er Steden, die 't stigten van Sterkten afkogten: Amsterdam, onder anderen, voor eene somme van tweehonderdduizend guldens, te gelyk bedingende, vry te moeten blyven van Spaansche bezettingGa naar voetnoot(o). Voor 't einde des jaars, zondtGa naar margenoot+ Alva den Koning van Frankryk, die met zyne Onroomsche onderzaaten, wederom, in oorlog geraakt was, vyftienhonderd Ruiters en tweeduizend Knegten te hulpe, onder den Graave van Aremberg, die, in de volgende Lente, na 't vernieuwen der Vrede, te rug keerdenGa naar voetnoot(p).Ga naar margenoot+ |
|