Vaderlandsche historie. Deel 6
(1752)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 246]
| |
gen, die, nevens den Heere van Montigni, dus lang, ten Hove, opgehouden was, onverwagt overleedt, niet zonder vermoeden van vergiftigd te zyn. Dit gebeurde, op den eenentwintigsten van BloeimaandGa naar voetnoot(w). De Landvoogdes hadt 'er, binnen agt dagen, kennis van, en wierp, terstond, bezetting binnen Bergen op Zoom, voorgeevende, dat de Onroomschen aldaar eenig kwaad voorneemen hadden. De dood des Markgraafs hieldt zy, zelfs voor de Markgraavinne, verborgen, die anders zo ligt geen Spaansch Krygsvolk, in de Hoofdstad des Markgraafschaps, zou ontvangen hebbenGa naar voetnoot(x). De Heer van Montigni werdt, naar sommiger verhaal, ruim een jaar laater, volgens een vonnis, in Spanje geveld, onthalsdGa naar voetnoot(y): hoewel anderen melden, dat hy, nog tot in Wynmaand des jaars 1570, in hegtenis bleef, en toen, uit vreeze, dat de Koninglyke Bruid hem verbidden mogt, gelyk zy beloofd hadt, door vergif, van kant geholpen werdt: waarop, by een vonnis des Raads van Beroerte, in Lentemaand des jaars 1571 gegeven, alle zyne goederen verbeurd werden verklaardGa naar voetnoot(z). Ga naar margenoot+ Te Diedenhoven, kwamen de Duitsche Regementen onder Lodron, Overstein en Schouwenburg by Alva's Leger. Ook werdt hy, hier, van wege de Landvoogdesse, begroet, door Barlaimont en Noirkarmes. Eerlang, | |
[pagina 247]
| |
verdeelde hy 't Leger, in de voornaamste Steden van Brabant en Vlaanderen, en begaf zig naar Brussel, alwaar hy, verzeld van de aanzienlykste Heeren, en onder anderen van de Graaven van Egmond en HoorneGa naar voetnoot(a), zyne intrede deedt, voor het einde van OogstmaandGa naar voetnoot(b). By zynen LastbriefGa naar voetnoot(c), dien hy der Landvoogdesse, terstond, vertoonde, en behalve welken, hy geen byzonderGa naar margenoot* Berigtschrift schynt gehad te hebbenGa naar voetnoot(d), was hem 't opperbewind over 't volk van oorloge, als Kapitein Generaal der Nederlanden, opgedraagen, blyvende de overige zaaken 't bewind der Landvoogdesse aanbevolen. Voorts betuigde de Koning te vertrouwen ‘dat de Hertog 's Konings Vassalen en Onderdaanen zou handelen, met alle zoetigheid en goedertierenheid, en, zo veel mogelyk ware, genade gebruiken voor strengheid.’ Doch Alva verklaarde, behalve deezen algemeenen last, nog veele byzondere bevelen te hebben, waarvan hy, ten bekwaamen tyde, opening doen zou. De Landvoogdes bespeurde hieruit ligtelyk, dat ook de klem der Regeeringe, voortaan, zou zyn by den Hertoge, wien de Koning de wapenen in handen gesteld, en van zo veele byzondere bevelen voorzien hadt. Doch zigGa naar margenoot+ niet gezind vindende om hem voorschaduwe te dienen, klaagde zy, in haare brieven aan | |
[pagina 248]
| |
den Koning, over de breede magt, die hy den Hertoge gegeven hadt, en verzogt, ernstelyk, van de Landvoogdye ontslaagen te wordenGa naar voetnoot(e). Midlerwyl, wisten de Hovelingen naauwlyks, hoe zy zig, omtrent den Hertoge en de Hertoginne, gedraagen zouden, ‘konnende zy, gelykze zig zelven uitdrukten, de opgaande zon, dat 's Alva, zo niet aanbidden, dat zy de ondergaande, dat 's Margareet, kleinagting betoonden: waarom zy reikhalsden naar 's Konings last, by welken de Hertog, in 't opperbewind over alles, gesteld werdt, alzo de tegenwoordige tusschenregeering, of liever regeering van tweeën, aan menigvuldige zwaarigheden onderhevig wasGa naar voetnoot(f).’ |
|