Vaderlandsche historie. Deel 6
(1752)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 235]
| |
Vaderlandsche historie.
| |
[pagina 236]
| |
ve ingenomen en verlaaten. Oranje belydt den Hervormden Godsdienst. XI. Graaf Lodewyk van Nassau wint het Huis te Wedde. Slag by Heiligerlee. Groningen belegerd. XII. Aanslag om Alva te ligten. Vonnis tegen Oranje en anderen. XIII. Egmond en Hoorne onthalsd. XIV. Groningen verlaaten. Aanslag op Alkmaar en Hoorn. 't Huis van Kuilenburg gesloopt. XV. Optogt van den Prins van Oranje. Hy trekt over de Maaze. Alva dringt hem, naar Frankryk te wyken. Hy dankt zyn Leger af. Alvas beeld. XVI. Oranje keert naar Duitschland. Vervolging. Crimineele Ordonnantie. Raadpleegingen op het heffen des tienden Pennings. Alvas eisch. Bewilliging van Holland. Utrecht weigert. XVII. Onlusten met Engeland. XVIII. Gemor onder 't gemeen. Oranje geeft bestellingen ter zee uit. Bedryf der Watergeuzen. XIX. Oranje handelt, heimelyk, om zig van eenige Steden te verzekeren. Holland zoekt den tienden Penning af te koopen. Moeite in 't Stigt. Plakaat op het drukken. XX. Algemeene vergiffenis. 's Konings vierde Huwelyk. Dood van Prinse Karel. XXI. Oranje zoekt hulp in Duitschland. Zyne aanslagen, op verscheiden' Steden. Oorlog te water. XXII. Watersnood op Allerheiligen dag. XXIII. 's Prinsen Schepen te Embden bestaagen. Treslong gevat. Loevestein gewonnen en verlooren. XXIV. Toeleg op Utrecht. XXV. Oranje handelt in 't Noorden, en met Frankryk en Engeland. XXVI. Alva zoekt den tienden Penning door te dryven. Zyne dubbelheid. Zyn twist met Viglius. XXVII. Inneeming van den Briel, door de Watergeuzen. Muitery te Utrecht. XXVIII. Bossu stoot het | |
[pagina 237]
| |
hoofd voor Dordrecht. Neemt Rotterdam in. XXIX. Vlissingen en Veere kiezen 's Prinsen zyde. Pacheco gehangen. XXX. Enkhuizen valt Oranje toe. XXXI. Sonoi wordt 's Prinsen Stedehouder in 't Noorderkwartier. XXXII. Medenblik, Hoorn, Alkmaar, Edam, Monnikendam en Purmerende worden omgezet. XXXIII. Graaf Lodewyk verrast Bergen. Zierikzee, Oudewater, Gouda, Leiden, Dordrecht, Gorinchem en Haarlem slaan om. XXXIV. Verandering in Gelderland en Friesland. | |
I. Onlusten met Deenemarke, over 't verhoogen der Zondsche tollen.IN Holland, hadt men, midden onder de beroerten, daar de Nederlanden door geschokt werden, niet nagelaaten te zorgen voor 't belang des Koophandels. Fredrik de II, Koning van Deenemarke, zynen Vader Christiaan den III, in 't jaar 1559, zynde opgevolgd, scheen ongezind, om zig te willen houden aan de overeenkomsten wegens den Zondschen Tol, voor deezen, met de Nederlanden getroffen. Hy verhoogde den zelven geweldig, in 't jaar 1561Ga naar voetnoot(a). Doch die van Holland bewoogen hem, sedert, tot eenige maatiging, door een Gezantschap, waarvan de Stad Amsterdam, die 't meeste belang hadt by de Vaart op de Oostzee, de kosten hadt verschootenGa naar voetnoot(b). In 't jaar 1565, hadt hy de Zond, nogtans, wederom doen sluiten, voor elk, die hem, boven den gewoonlyken Tol, geen' Daaler opbragt | |
[pagina 238]
| |
van ieder last, welk de schepen voeren konden: 't welk men, in Holland, niet slegts hieldt te stryden met de gemaakte overeenkomsten; maar ook als verderflyk voor den Oosterschen handel aanmerkte. De Staaten vertoonden dit der Landvoogdesse, in BloeimaandGa naar voetnoot(c); doch men kwam, eerst in Oogstmaand des jaars 1566, overeen, wegens de Persoonen, die, over deeze nieuwigheid, van 's Konings wege, naar Deenemarke zouden gezonden worden, onder welken, die van Amsterdam gaarne eenen hunner Poorteren hebben wilden. De Landvoogdes benoemde, eindelyk, den Heer van Groesbeek en Joris Rataller, Raadsheeren in den Grooten Raad te Mechelen, tot dit GezantschapGa naar voetnoot(d). Doch sommigen hebben aangetekend, dat 'er, van Amsterdam, de Geheimschryver, MeesterGa naar voetnoot(1) Pieter Vlotinus, en van Hoorn, de Paalmeester, Jan Korneliszoon Buurmans, zyn bygevoegd. Zy keerden, in den aanvang des jaars 1567, te rug, zonder den Koning te hebben konnen beweegen, tot het afstellen der nieuwe Tollen. Men wil, dat zulks, eerst naderhand, door den Hertoge van Alva, te | |
[pagina 239]
| |
wege gebragt isGa naar voetnoot(e). Amsterdam en de Watersteden hadden, tot vordering deezer zaake, vysentwintighonderd zevenenzeventig guldens, agt stuivers en een blank uitgeschooten, die zy verzogten, ten laste van 't gemeene land te mogen brengen; doch 't werdt hun, na lang aanhouden, geweigerdGa naar voetnoot(f). |
|