Vaderlandsche historie. Deel 6
(1752)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXVII. Brieven van d'Alava komen in 't licht.Omtrent deezen tyd, hadt de Graaf van Hoorne, uit Brieven van zynen Broeder, Montigni, die nog in Spanje opgehouden werdt, kennis gekreegen van 's Konings misnoegen, over de beroerten in Nederland, en over 't gehengen der openbaare preekeGa naar voetnoot(i). Daarenboven, hadt Oranje, schrander boven maate, in het uitvorschen der geheimen zyner vyanden, in handen weeten te krygen de afschriften van twee Brieven, door Francisko d'Alava, 's Konings gezant in Frankryk, aan de Landvoogdesse, geschreeven, meldende ‘dat de Koning nu schoone gelegenheid hadt, om, door 't loozen van eenigen, en 't bedwingen van anderen, te geraaken tot eene onbepaalde heerschappy over de Nederlanden, waarnaar zyne voorzaaten, en hy zo lang gestaan hadden. Dat men, om hiertoe te komen, den drie Heeren, naamlyk Oranje, Eg- | |
[pagina 196]
| |
mond en Hoorne, slegts schoon gelaat toonen moest, tot dat de tyd gebooren zou zyn, om hun, die met regt gehouden werden, voor de stookers der beroerten, loon naar werken te verschaffen. Dat Montigni en Bergen, met gelyke list, in Spanje, om den tuin werden geleid, alwaar men hen, en den Raadsheer Renard dagt op te houden. Dat de voorslag der Landvoogdesse, om zig, door heimelyk verstand, te verzekeren van eenige sterke Plaatsen, ten Hove aangenaam geweest was’Ga naar voetnoot(k): met meer andere dingen van verre uitzigt, die de Gezant onvoorzigtig genoeg 't papier hadt durven toevertrouwen. De Spaansche Schryvers hebben bedenkelyk gesteld, dat deeze Brieven verzierd waren, en men heeft de Bondgenooten verdagt gehouden van zulk eene konstenaaryGa naar voetnoot(l). Doch Oranje heeft zig altoos zo vrymoediglyk beroepen, op derzelver egtheidGa naar voetnoot(m), dat 'er weinig reden overblyft, om hieraan te twyfelen. Hy en Hoorne ontbooden dan denGa naar margenoot+ Graaf van Egmond, te Dendermonde, werwaards zy, van Graave Lodewyk en Hoogstraaten verzeld, zig begeven hadden, tegen den derden van WynmaandGa naar voetnoot(n). Men heeft gewild, dat hier beslooten werdt, de wapenen op te vatten, tegen den KoningGa naar voetnoot(o), en uit de Verantwoording des Graaven | |
[pagina 197]
| |
van Egmond, is niet denkerlyk afteneemen, dat Graaf Lodewyk eenigen geweldigen voorslag heeft gedaanGa naar voetnoot(p). Ook heeft de Prins van Oranje, hier, of anders, wat laater, teGa naar margenoot+ Willebroek, Egmond en andere Vliesridders en Raaden van Staate tragten te beweegen, om, nevens hem, lyf en goed te waagen, om de Spanjaards, die men nu te gemoet zag, uit het Land te houdenGa naar voetnoot(q). Nogtans komen hy, Egmond, Hoorne en Hoogstraaten, in hunne Verantwoordingen, overeen, dat 'er, te Dendermonde, geen besluit altoos, tot het aanvaarden der wapenen, is genomen. Egmond verklaart, dat de voorslag van Graave Lodewyk verworpen werdt. En in de Verantwoording des Graaven van Hoorne, daar 't verhandelde, te Dendermonde, omstandigst verhaald wordt, vindt men, dat het besluit, daar genomen, na 't leezen der Brieven van Montigni en d'Alava, alleenlyk, op deeze vier punten uitliep: ‘1. dat men, of eene Vergadering der Algemeene Staaten, of de overkomst des Konings zou tragten te wege te brengen, tot stillinge der beroerten, waarover de Koning te onvrede was. 2. Dat men, onaangezien 's Konings mistrouwen, waarvan d'Alava gewag maakte, in zynen pligt, jegens zyne Majesteit en de Landen, volharden zou. 3. Dat Hoorne, in 't byzonder, die, ziende hoe veel ondanks zyn gedrag, te Doornik, | |
[pagina 198]
| |
hem op den hals gehaald hadt, beslooten hadt, de Stad en zyne Ampten te verlaaten; zulks, met allen ernst, zou ontraaden worden. 4. En dat Oranje, die, sedert eenigen tyd, gebeden was, in Holland, Zeeland en Utrecht te komen, de Landvoogdes zou verzoeken, om Hoorne, die 't nogtans afsloeg, of Hoogstraaten, tot zynen Stedehouder over Antwerpen, aan te stellenGa naar voetnoot(r)’. Meer niet zou 'er, te Dendermonde, beslooten zyn. Alleenlyk, werden de Brieven van d'Alava, sedert, der Landvoogdesse, door Egmond, die wederom naar Brussel keerde, vertoondGa naar voetnoot(s). Doch zy sloegze in den wind, of gaf 'er eene andere uitlegging aanGa naar voetnoot(t). Hoorne vertrok zig, nu of wat laater, naar 't Huis te Weerd in zyn Graafschap, blyvende by zyn opzet, om zig te ontslaan van zyne Ampten. Hoogstraaten werdt tot Oranje's Stedehouder over Antwerpen aangesteld. En de Prins zelf begaf zig, den twaalfden van Wynmaand, op reize naar HollandGa naar voetnoot(u). |
|