Vaderlandsche historie. Deel 6
(1752)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 172]
| |
overeenkomstig met deezen raad, de reis herwaards aan te neemen. Doch alzo hy niet voor den winter vertrekken kon, en de reis ter zee, door den Oceaan, ook te gevaarlyk geoordeeld werdt, moestze uitgesteld worden tot in 't voorjaar. Men vreesde zelfs nu reeds in Spanje, dat de oproerigen zig mogelyk van 't Eiland Walcheren, daar de Koning zou moeten landen, zouden konnen meester maaken; waarom goedgevonden werdt, dat zyne Majesteit, de Middellandsche zee zynde overgesteken, verder te lande herwaards trekken zou. Van al 't welke de Landvoogdes, by Brieven van den Koning, terstond, kennis gegeven werdtGa naar voetnoot(i). Ga naar margenoot+ Midlerwyl, hadt hy, op de drie punten, by eigen monde, in den Raad, vastgesteld: ‘Dat de Pauselyke Inquisitie mogt geschort blyven, mids de gewoone Bisschoplyke haare kragt behieldt. Dat men, in Nederland, een nieuw ontwerp van maatiging der Plakaaten mogt opstellen, waarby 's Konings agtbaarheid en 't Roomsch geloof bewaard werdt, zullende hy dan, hierop, de vereischte orde beraamen. Dat ook de Landvoogdes vergiffenis zou mogen verleenen aan de Bondgenooten alleen, of ook aan anderen, naar dat zy 't raadzaam vondt, mids deezen niet geregtelyk van misdaad overtuigd waren. Dat zy egter voor het toestaan deezer drie punten, verzekering hebben moest, dat de Heeren, zig hiermede laatende genoegen, voortaan de behou- | |
[pagina 173]
| |
denis van den Godsdienst en 's Lands rust, uit al hun vermogen, behertigen zouden. Voorts moesten alle verbonden, samenkomsten, preeken en openbaare ergernissen worden afgeschaft, of zo de wederspannigen hiertoe niet konden worden gebragt, en daarentegen de wapenen opnamen, mogt de Landvoogdes zig van de Benden van Ordonnantien en van de gewoone bezettingen dienen, ter haarer bescherminge. Des noods, mogt zy zelfs een genoegzaam getal van waardgelders aanneemen, over dezelven zulke Hoofdluiden stellende, als zy zelve bekwaamst oordeeldeGa naar voetnoot(k).’ Met de Brieven, waarby de LandvoogdesGa naar margenoot+ kennis kreeg van 's Konings besluit, werden ook herwaards gezonden, vriendelyke Brieven aan de drie Heeren, en onder deezen, eenen aan Oranje, geschreeven met 's Konings eigen' hand, en vervuld met betuigingen van volkomen vertrouwen op zynen yver voor den dienst zyner Majesteit. Ook werdt hy, om 't gene hy te Antwerpen verrigt hadt, gepreezen. En op dat aan zulke vleiende taal de schyn van openhertigheid niet ontbrake, was 'er eene vermaaning bygevoegd, om toe te zien op zynen broeder, die zig, naar 't gene men den Koning hadt aangebragt, te diep gesteken hadt, in 't werk, dat hier gedreeven werdtGa naar voetnoot(l). Zulk schryven, diergelyk ook aan de goede Steden afgevaar- | |
[pagina 174]
| |
digd werdt, diende alleenlyk, om de zaaken, hier, zo veel mogelyk ware, tot op 's Konings overkomst, in rust te houden. |
|