Vaderlandsche historie. Deel 6
(1752)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 121]
| |
neemen, in den Raad van Staate. De President Viglius werdt, op zyn sterk aanhouden, ontslaagen, van deeze zyne waardigheid, zullende hy egter Lid des Raads van Staate blyven. Karel van Tisnacq, die de Nederlandsche zaaken, in Spanje, waargenomen hadt, werdt, in deszelfs plaatse, benoemd, en die van Tisnacq, sedert, bekleed, door Joachim HopperusGa naar voetnoot(t), van wien wy boven gewag gemaakt hebben. De diensten, door deezen, aan die van Holland gedaan, en nog te doen, in Spanje, werden, omtrent deezen tyd, erkend, met een geschenk van tweehonderd Reaalen in specie, uitmaakende zevenhonderd ponden van veertig grootenGa naar voetnoot(u). Ondertusschen, verliepen 'er nog omtrent vier jaaren, eer Tisnacq herwaards kwamGa naar voetnoot(v), binnen welken, Viglius het Presidents-ampt van den geheimen Raad nog schynt bekleed te hebben. De Brieven des Konings waren zo dra nietGa naar margenoot+ gelezen in den Raad van Staate, of het misnoegen, welk 'er de drie Heeren over getoond hadden, verspreidde zig onder de Edelen, die hunne zyde hielden, en eerlang ook onder 't gemeen. Sommigen melden, dat de geheime Raad nog bezig was met 's Konings last te overweegen, toen Oranje, Egmond en Hoorne, ter gelegenheid van de Bruiloft des Heeren van Montigni, deswege, ook met hunne vertrouwde vrienden, | |
[pagina 122]
| |
in onderhandeling tradenGa naar voetnoot(w): en zou hier, toen de tongen los geworden waren, door den wyn, hevig, tegen de Inquisitie en Plakaaten, en zelfs tegen den Koning uitgevaaren zynGa naar voetnoot(x). Doch anderen verhaalen, dat iets diergelyks geschied zou zyn, op de Bruiloft van Alexander Farneze, Prins van Parma en Zoon der Landvoogdesse, die, in Slagtmaand, te Brussel, gehouden werdtGa naar voetnoot(y). Uit deeze gesprekken, sproot, nog in deeze zelfde maand, het vermaard Verbond der Edelen; waarvan wy nu de waare gelegenheid, die den meesten Nederlandschen Schryveren onbekend geweest is, met de vereischte naauwkeurigheid, gaan ontvouwen. |
|