Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXIII. Adriaan de VI. van Utrecht wordt tot Paus verheeven.De verkiezing van Adriaan Floriszoon van Utrecht, onder den naam van Adriaan den VI, tot de Pauselyke waardigheid, die, in Louwmaand des jaars 1522, geschied was, verdient in onze Vaderlandsche Historie aangetekend te worden. Hy, de eenigste Nederlander, die ooit den Roomschen Stoel bekleed heeft, was, in 't jaar 1459, te Utrecht, uit geringe ouders, gebooren. Wy hebben te voorenGa naar voetnoot(l) gezien, dat hy tot Leermeester van Karel van Oostenryk aangesteld werdt. Dit was een groote trap tot zyn verheffing. Hy werdt, eerlang, tot Bisschop van Tortosa en tot Kardinaal verheeven. De Keizer, na de dood van Leo den X, in geheime onderhandeling met eenige Kardinaalen getreden zynde, bezorgde hem, eindelyk, de Pauselyke waardigheid. Men vindt, tot zynen lof, gemeld, dat hy, midden in de grootheid, zyne oude Nederlandsche Vrienden niet vergeten heeft. Wy hebben reeds aangetekendGa naar voetnoot(m), dat zyne voorspraak, toen hy al Kardinaal was, den Pensionaris van Dordrecht, Floris Oem van Wyngaarden, in zyne verlooren' eer hielp herstellen. Ook is 'er nog een | |
[pagina 440]
| |
Brief voor handenGa naar voetnoot(n); waarby hy deezen kennis geeft van zyne verheffing tot de Pauselyke waardigheid, die hy betuigt, voor zyne oude Proostdye te Utrecht, wel te willen afstaan. Met Erasmus heeft hy, ook na dat hy Paus geworden was, veele gemeenzaame Brieven gewisseld, byzonderlyk over de Hervorming der Kerke; die hy dienstig oordeelde, doch allengskens te werk gesteld wilde hebben. Tegen Luther en de Lutherschen, was hy egter zeer ingenomen, dringende, in Slagtmaand deezes jaars, op eenen Ryksdag te Neurenberg, sterk op het gebruiken van harde middelen tegen hen, wanneer zagten niet hielpenGa naar voetnoot(o). Men wil, dat hy der Kerke veel dienst zou hebben gedaan, zo hy langer hadt mogen zitten. Doch hy overleedt, op den dertigsten van Herfstmaand des jaars 1523. François de I. hadt de verheffing van eenen Paus, die t'eenemaal op de zyde des Keizers was, niet zonder veel ongenoegen verstaan. Hy besloot, derhalven, den oorlog in Italie, en op de Spaansche grenzen, dit jaar, met kragt voort te zetten. Doch in Italie slaagde hy ongelukkiglyk. 't Opslaan van 't Beleg van Fontarabie in Biskaye, was het eenigste, waar in hem het Krygsgeluk, in deezen Veldtogt, medeliep. De Keizer, de zaaken in Duitschland, zo veel de tyd gehengde, in orde gebragt hebbende, besloot, in de Lente, naar Spanje te rug te keeren. Te Arnemuiden in Zeeland, | |
[pagina 441]
| |
was eene aanzienlyke Vloot verzameld, met welke de Vorst op den vierentwintigsten van Bloeimaand, in ZeestukGa naar voetnoot(p). Hy vondt goed, onderweg, Engeland aan te doen, en landde, binnen twee dagen, te Douvres. Hier bevestigdeGa naar margenoot+ hy een Verbond, te Brugge, voorheen, met Henrik den VIII. getroffen. Karel en Henrik beloofden elkanderen, Frankryk, voor 't einde van Bloeimaand des jaars 1524, te zullen beoorloogen. Karel verbondt zig, Maria. Degter van Engeland, te zullen trouwen, zo dra zy twaalf jaaren bereikt zou hebben. ‘Zo de Koning van Engeland, Schotland overmessten, of Ierland tot volkomen' gehoorzaamheid brengen wilde, en zo de Keizer het Hertogdom van Gelder of Friesland wilde herwinnen; zo de Schotten Engeland aanvielen, of zo de Hertog van Gelder den Keizer den oorlog aandeedt; in alle deeze gevallen, verbonden zig de twee Vorsten, om elkanderen by te staanGa naar voetnoot(q).’ Het Verbond behelsde nog andere punten, die niet tot ons oogmerk behooren. De Keizer vertrok, eerst in Hooimaand, naar Spanje. Eenigen tyd te vooren, was 'er, in Holland, een Plakaat uitgekomen, waarby alle handel met de Schotten of Engelschen, die de zyde van Frankryk hielden, verbooden werdtGa naar voetnoot(r). Het Keizerlyk Leger onder Floris van Egmond, thans Graave van Buuren, en eenige Engelsche benden, onder den Graave | |
[pagina 442]
| |
van Suffolk, hielden zig, dit najaar, in Champagne en Pikardye, zonder veel uit te regten; gelyk 'er ook, van de Fransche zyde, in de Nederlanden, niets van belang ondernomen werdt. De Oostenrykschen betrokken de Winterlegeringen in Artois, en de Engelschen keerden naar huis. |
|