Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijDe Gelderschen brandschatten Texel en Wieringen.De tyding, dat Hertog Karel Zwol in zyne magt hadt, was, ondertusschen, zo dra niet in Holland gekomen, of men was bedugt, dat hy de Zuiderzee oversteeken, en hier eene landing doen zou. Des werdt 'er, in Oogstmaand des jaars 1521, by openbaaren Plakaate, in Holland afgekondigd, dat elk zig tot tegenweer gereed houden moest, alzo Heer Karel van Gelre Zwol ingenomen hadtGa naar voetnoot(h). Ook werden, omtrent deezen tyd, de Watersteden, met naame Enkhuizen, van eene talryke bezetting voorzienGa naar voetnoot(i). Evenwel wasGa naar margenoot+ men, voor dit jaar, vry met den schrik. Doch in den Zomer des volgenden jaars, kwamen de Geldersche Friezen, met twintig Schepen, aan Texel, vorderende het Eiland eene brandschatting af van tweeduizend Filips guldens, | |
[pagina 439]
| |
Wieringen werdt, kort hierna, genoodzaakt, drieduizend vyfhonderd zulke guldens te belooven, na dat 'er reeds zestig Huizen verbrand waren. Ook namen de Gelderschen, in Hooimaand, eene geheele Vloot Oostersche Schepen, dezelven allen voor goeden prys verklaarendeGa naar voetnoot(k). |
|