Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 425]
| |
XI. Voortgang der Hervorminge.De Leer van Luther en andere Hervormers drong midlerwyl langs hoe meer door. De Kanonnik Hedrich Zwinglius hadt, in 't jaar 1519, ook reeds begonnen, te Zurich in Zwitzerland, openlyk tegen 't Pausdom te predikenGa naar voetnoot(k), en merkelyken aanhang gekreegen. Hy en Luther stelden zig, in 't eerst, alleen tegen de Aflaaten, en tegen 's Pausen gezag om dezelven te verleenen. Hunne Leer vondt hierom veel ingang by de menigte, voorlang overtuigd van de toomelooze heerschzugt der Pausen, welker sommigen zig, ook door andere wanbedryven, veragt gemaakt hadden. Gantsch Duitschland ontving, derhalven, Luthers Schriften greetiglyk. Zelfs toen hy, allengskens verder gaande, verscheiden' doolingen en misbruiken der Roomsche Kerke aanwees, vondt hy, by verscheiden' Vorsten en Vrye Steden des Duitschen Ryks, zo veel gehoor, dat zy zig openlyk voor Voorstanders der Hervorminge verklaarden. In de Nederlanden, begon men ook langs hoe meer smaak in de Hervorminge te krygen. Doch omtrent deezen tyd, was 'er eene Bulle van Leo den X. in 't licht gekomen, by welke Luther en Luthers Leer en Schriften veroordeeld werdenGa naar voetnoot(l). De Paus begeerde, dat deeze Bulle alomme gelezen zou worden. In de Nederlanden, bragt zy zo veel te weeg, dat de Leuvensche Hooge Schoole, die Luthers Leer, reeds in 't jaar 1518, veroordeeld hadt, nu besloot, zyne Schriften in 't openbaar te | |
[pagina 426]
| |
doen verbranden. Dit geschiedde ook elders, en bewoog Luther, om de Pauselyke Bulle en zelfs de Decretalen, door een vonnis der Hooge Schoole van Wittemberg, insgelyks, ten vuure te doen doemenGa naar voetnoot(m). Karel de V. zogt thans 's Pausen vriendschap, die hem, in den oorlog, welke hem van Frankryk gedreigd werdt, zeer te stade komen kon. Hy trok, derhalven, eene lyn met Leo tegen Luther,Ga naar margenoot+ die, in Grasmaand des jaars 1521, gedagvaard, op den Ryksdag te Worms verscheen, gehoord en veroordeeld werdtGa naar voetnoot(n). Hierop volgde een Keizerlyk Plakaat, den agtsten van Bloeimaand gedagtekend, en gerigt aan 't gantsche Duitsche Ryk niet alleen; maar ook aan 's Keizers Erflanden, waar onder deGa naar margenoot+ Nederlanden begreepen waren. Maarten Luther werdt, in dit Plakaat, voor een' bekenden Ketter verklaard, en in den Ryksban gedaan. Het leezen en bewaaren zyner Schriften werdt elk verbooden, en de Wethouders kreegen bevel, omze alomme te doen verbranden. Voorts behelsde het Plakaat ook een verbod van 't herdrukken dier schriften, en van het drukken en uitgeeven van Spotprenten, tegen den Paus of anderen. Het werdt beslooten met een algemeen verbod van iets over Geloofszaaken te drukken, zonder behoorlyke toestemming, en gestaafd met eene bedreiging van straffe tegens de overtreeders, naar kerkelyke en weereldlyke regten, waaronder, gelyk het gevolg geleerd | |
[pagina 427]
| |
heeft, ook de doodstraf verstaan werdt. Men hieldt den Pauselyken Gezant, Jeronimus Akunder, voor den voornaamsten Opsteller van dit Plakaat. Sommigen schryven, dat 'er, onder de Keurvorsten, verscheiden' waren, die 'er geheel geene kennis van gehad hadden. De Aartsbisschop van Keulen was 'er een vanGa naar voetnoot(o). Ook is 't zeer waarschynlyk, dat men den Keurvorst van Saxen en andere Ryksvorsten, die zig openlyk voor Luther verklaard hadden, niet over een Plakaat tegen hem gehoord zal hebben. Evenwel leeft men, in 't Plakaat zelf, dat het, met den raad en toestemming der Keurvorsten en aller andere Leden van het Roomsche Ryk, op den Landdag vergaderd, gegeven was. Het werdt, zonder veel tegenspreekens, in de Nederlanden, met naame in Holland en ZielandGa naar voetnoot(p), afgekondigd. Sommigen hebben egter, ook hierin, eene inbreuk op het Regt der byzondere Staaten willen aanmerken, dat men hun vergde, een Plakaat van zo veel gewigt ter uitvoeringe te brengen, over het instellen van welk, zy niet gekend noch gehoord warenGa naar voetnoot(q). Ondertusschen schynt het, in 't eerst, niet streng uitgevoerd geweest te zyn. Doch toen de Keizer,Ga naar margenoot+ in 't volgend jaar, François van der Hulst, Raad van Brabant, hadt aangesteld, om onderzoek te doen door de Nederlanden, naar Luthersche Schriften en aanhangers der nieuwe Leere, kwam 'er een nieuw Plakaat in Holland uit, waarby elk, die Luthers Leere | |
[pagina 428]
| |
eenigszins toegedaan was, binnen dertig dagen na den negenentwintigsten van Grasmaand, voor hem gedagvaard werdt, omme daer af, dus luidt het Plakaat, bermhertelyck ende met misericordie geinstrueert, ghepurgeert ende ghecorrigeert te wordenGa naar voetnoot(r). Dit Plakaat werdt, sedert, van verscheiden' diergelyken gevolgd, en, onder anderen, in 't jaar 1525, van een, waarby het houden van openbaare of heimelyke vergaderingen, in welken, 't Evangelie, de Epistelen Pauli en andere geestelyke Schriften gelezen en overwoogen werden, strengelyk verbooden werdtGa naar voetnoot(s). Men hadt, niet lang geleeden, het Nieuwe Testament, uit Luthers Hoogduitsche Overzetting, in 't Nederduitsch vertaald, en, in 't jaar 1523, te Amsterdam doen drukkenGa naar voetnoot(t). En 't is waarschynlyk, dat het Plakaat op het gebruik deezer Vertaalinge ziet. Sedert, begon men scherper tegen de aanhangers der nieuwe LeereGa naar margenoot+ in Holland te handelen. Jan de Bakker, Priester te Woerden, was de eerste, die, omtrent den tyd van het uitgeeven van dit laatste Plakaat, in Holland, in den Haage, om Ketterye, geworgd en verbrand werdtGa naar voetnoot(v), 't welk, sedert, het lot van verscheiden' anderen geweest is. Eenigen, uit Leiden, Haarlem, Amsterdam en andere Plaatsen werden, op de Sloten, te Muiden, te Rupelmonde, te Vilvoorden en elders, gevangen gezetGa naar voetnoot(w). | |
[pagina 429]
| |
Gemaatigde luiden veroordeelden ondertusschen deeze strengheid. De Schryver van het Leeven des tegenwoordigen Bisschops van Utrecht verklaart zig, in de Opdragt aan de Landvoogdesse, rondelyk tegen zulke Monniken, die, ten hunnen byzonderen voordeele, 't gezag der Vorstinne, tirannischerwyze, en zelfs, 't gene schrikkelyk te zeggen was, tot bloedstortens toe, durfden misbruikenGa naar voetnoot(x). Wy konnen ons, hieromtrent, in geene meer byzonderheden inlaaten, en keeren tot de weereldlyke zaaken weder. |
|