Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijMen trekt weinig voordeel van 't Verbond met Engeland.Henrik de VII, Koning van Engeland, was thans de voornaamste hoop der Nederlanden. Doch hy deedt deezen Landen den dienst niet, welken men van hem verwagt hadt. Hy was, volgens het Verbond, in 't voorjaar, met Koning Filips, geslooten, verpligt hem by te staan. Ook zou het beraamde Huwelyk met Margareet van Oostenryk hem nader aan de belangen der Nederlanden verbonden hebben. Doch Margareet betoonde weinig genegenheid voor dit Huwelyk. ‘Haar Vader en Broeder hadden, zeide zy, reeds twee Huwelyken voor haar bewerkt, by | |
[pagina 344]
| |
welken zy zig kwalyk bevonden hadt: zy wilde zig voor het derde wagtenGa naar voetnoot(g).’ Ook is het nimmer voltrokken. Henrik, sedert eenigen tyd, zeer met de Jigt gekweld geweest zynde, verviel in eene Teering, die hem aan 't kwynen, en, in Grasmaand des jaars 1509, in 't graf hielpGa naar voetnoot(h). Zyne ziekte hadt hem het Huwelyk met Margareet geheellyk uit den zin doen stellen. Ondertusschen was haare koelheid, onder anderen, oorzaak, dat men zig hier weinig van den Engelschen onderstand belooven durfdeGa naar voetnoot(i). Henrik deedt meer niet, dan dat hy Lodewyk den XII, op 't ernstigst, verzogt, den Hertog van Gelder, met geld noch manschap, te willen ondersteunen: 't welk zo veel te weeg bragt, dat Lodewyk beloofde, dien Hertog, tot het sluiten van een Bestand, te zullen noodzaakenGa naar voetnoot(k). |
|