Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijDe Oostenrykschen zoeken Nieuwmegen te verrassen.De onderhandelingen te Diest werden, in Oogstmaand, afgebroken. De Gelderschen vorderden Tiel van de Oostenrykschen, die hier geene ooren naar hadden, en hun beschuldigden, dat zy 't gemaakt Bestand niet hielden. Zy daarentegen verspreidden, dat de Oostenrykschen de vyandlykheden eerst begonnen hadden, zoekende Nieuwmegen, door verraad, te bemagtigen. Dit zag op een voorval in deeze Stad. Twee Burgemeesters, gewonnen door den Heere van Chievres, hadden aangenomen, de Stad tot de Oostenryk- | |
[pagina 345]
| |
sche zyde te doen overgaan. Doch den aanslag ontdekt zynde, verloor een van hun, vlugtende over den muur, door eenen geweldigen val, het leeven: de ander werdt gevat en onthalsdGa naar voetnoot(l). Ondertusschen was de wederzydsche afkeerigheid, gevoed door zulke beschuldigingen, oorzaak, dat de onderhandelingen, te Diest, vrugteloos afliepen. De Gelderschen wilden de Dagvaart verschooven en naar Mechelen verlegd hebben; doch 't bleek klaar genoeg, dat zy slegts tyd zogten te winnen, tot dat de Fransche hulpbenden zouden aangekomen zynGa naar voetnoot(m). De Hertog van Gelder zelf, omtrent deezen tyd, op het aanhouden van Henrik den VII, door Lodewyk den XII, tot het sluiten van een Bestand, vermaand zynde, weigerde zulks rondelyk. Alleenlyk boodt hy aan, zyne belangen den Koningen van Frankryk en Engeland in handen te willen stellenGa naar voetnoot(n). |
|