Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijGraaf Edzard maakt zig meester van Groningen.Graaf Edzard, die lang het oog op Groningen gehad hadt, was, zo men wil, oorzaak, dat de Groningers, die Filips den Hertoge van Saxen onderwerpen wilde, zig niet gezeggen lieten. Hertog Joris ondernam, in 't volgend jaar, het beleg wel van Groningen:Ga naar margenoot+ doch alzo Graaf Edzard, wiens hulp hy hiertoe ten hoogsten behoefde, hem niet meer volks toeschikte, dan vereischt werdt, om de Groningers in verlegenheid te brengen, zonder hen tot de overgaave te noodzaaken; werdt het beleg flaauwlyk voortgezetGa naar voetnoot(e). De Hertog van Saxen besloot, eindelyk, der Stad den toevoer af te snyden, en haar, door uithongering, te dwingen. Meer dan een jaar lag hy 'er voor. De Groningers zagen te vergeefs uit naar ontzet van den Bisschop van Utrecht, alzo deeze, in Herfstmaand, een scherp Keizerlyk bevel kreeg, dat hy zig, op verbeurte van zyn gantsche weereldlyk bewind in 't Stigt, niet met Groningen zou hebben te | |
[pagina 326]
| |
moeijenGa naar voetnoot(f). Men handelde verscheiden' reizen over een Verdrag; doch scheidde geduurig vrugteloosGa naar voetnoot(g). De leeftogt en penningen begonden midlerwyl schaars om te komen, in de Stad. Men moest de Graanen en andere mondbehoeften, met gevaar zyns leevens, van 't platte Land naar binnen sleepen: en zig, om de Knegten, die de Stad op de been hieldt, te voldoen, bedienen van het Aflaatgeld, welk, om tot den oorlog tegen de Turken gebruikt te worden, voor eenige jaaren, byeen gebragt was, en in Groningen bewaard werdtGa naar voetnoot(h) De Saxische Knegten pleegden, ondertusschen, allerlei moedwil aan de Inwooners, die hun in handen vielen, vrouwen zo wel als mannenGa naar voetnoot(i). Doch hierdoor maakten zy de Groningers zo wars van de Saxische Regeering, dat deezen, in de Lente des jaars 1506, toen de Stad nu op het uiterste gebragt was, eenpaariglyk beslooten, afzonderlyk met Graave Edzard te handelen, en zig veel liever hem dan den Hertoge van Saxen te onderwerpen. Men zondt hem dan gemagtigden toe: die haast, wegens de Voorwaarden, overeen kwamen. De Groningers verbonden zig, om eene bezetting van agthonderd of duizend man van hem in te neemen; en hy beloofde, de Stad, by haare oude Voorregten, te zullen handhaavenGa naar voetnoot(k). In den aanvang van Bloeimaand, nam hy, aan 't hoofd van vyf of zesduizend Knegten, van welken egter niet veel meer | |
[pagina 327]
| |
dan duizend naar binnen trokken, bezit van de Stad, en werdt 'er, kort hierna, plegtiglyk ingehuldigdGa naar voetnoot(l). De Hertog van Saxen zwol van spyt, toen hy zig deeze prooij, door eenen, dien hy voor zynen vriend hieldt, onder de oogen, ontdraagen zag. Doch alzo hy op verre na zo magtig niet was als Graaf Edzard, moest hy zyn leed eenigen tyd verkroppen, en zelfs 't bewind over de Ommelanden van Groningen aan Graave Edzard, als zynen Stadhouder, opdraagenGa naar voetnoot(m). Ruim een jaar geleedenGa naar voetnoot(7), hadt hy, als Erfstadhouder van Friesland, een Verbond van Vriendschap en onderlinge bescherming geslooten, met Henrik den VII, Koning van EngelandGa naar voetnoot(n); doch 't blykt niet dat hy 'er eenig voordeel van getrokken heeft. |
|