Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 319]
| |
men, sloeg het beleg voor Groningen. Doch terwyl het duurde, overleedt hy, op den twaalfden van Herfstmaand, te Emden, werwaards hy zig, te Appingadam krank geworden zynde, hadt laaten voeren. Terstond hierna, bewoog Bisschop Fredrik de Zoonen van Hertog Albrecht, Joris en Henrik, om het beleg van Groningen op te breeken, en een Bestand voor vier jaaren, met de Groningers, te sluitenGa naar voetnoot(n). Henrik van Saxen volgdeGa naar margenoot+ zynen Vader op in 't bewind over Friesland. Doch de Friezen, ingenomen tegen de Saxische Regeeringe, zonden, in 't volgend jaar, Gemagtigden naar Brussel, om den Aartshertoge Filips de Regeering op te draagen. FilipsGa naar margenoot+ overwoog deezen voorslag rypelyk. Doch terwyl hy hier mede bezig was, gaven de Saxische Amptenaars, wier schraapzugt de Friezen genoodzaakt hadt, naar verandering te haaken, veelen zo veel genoegen, dat Filips, de gelegenheid nog niet ryp oordeelende, om zig in 't bewind van Friesland te vestigen, zyn werk alleen maakte, om Hertog Henrik met de Friezen te bevredigen. Ondertusschen hielden veelen den Aartshertog en Henrik verdagt van eene heimelyke overeenkomst, volgens welke, Henrik verbonden was, de Regeering van Friesland den Aartshertoge, na verloop van eenigen tyd, af te staanGa naar voetnoot(o). |
|