Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 320]
| |
vader, hadt hem derwaards genoodigd, om de hulde te komen ontvangen van zyne toekomende Onderdaanen, zynde zyne Gemaalin, Joanna, onlangs, naaste Erfgenaame geworden van de Ryken van Kastilie en Arragon. De zaaken, in Spanje, waren, sedert eenigen tyd, zeer ten voordeele des Aartshertogs veranderd. Toen hy trouwde, was Jan, Erfprins van Spanje, nog in 't leeven. Ook nog eene ouder Zuster van Joanna, Izabelle genaamd, die Emanuel, Koning van Portugal, met wien zy, in 't jaar 1497, gehuwd was, eenen Zoon gebaard hadt, Michaël geheeten. Deeze drie Vorstelyke Personaadjen, Jan, Izabelle en Michaël, allen nader Erfgenaamen tot de Spaansche Kroonen dan Joanna, waren, de een na den anderen, overleeden. Joanna zelve hadt, by wylen, vlaagen van krankzinnigheid; zo dat het bewind van gantsch Spanje, na 't afsterven van Ferdinand en Izabelle, op den Aartshertog scheen te wagten. Hy maakte zig derhalven gereed tot de reize derwaards, die hy, te lande, door Frankryk, verkoos te doen. Voor zyn vertrek, sloot hy het Huwelyk zyner Zuster, Margareet, Weduwe van den jongen Ersprins van Spanje, met Filibert, Hertog van SavoyeGa naar voetnoot(p): en Engelbert van Nassau, Heer van Breda, tot algemeenen Stadhouder der Nederlanden aangesteld, en de zorg voor de opvoeding van zynen Zoon, Karel, en nog eene ouder Dogter, aan Margareet van Jork, Weduwe van Hertoge Karel van Bourgendie, | |
[pagina 321]
| |
aanbevolen hebbende, verliet hy, van zyne Gemaalin en eenen aanzienlyken Hofstoet verzeld, de Nederlanden, in den Herfst des jaars 1501. Hy sleet eenigen tyd aan 't Fransche HofGa naar voetnoot(q), alwaar hy zeer beleefdelyk ontvangen werdtGa naar voetnoot(r). In den aanvang des volgendenGa naar margenoot+ jaars, kwam hy eerst in Spanje. Hy en zyne Gemaalin ontvingen hier, als Prins en Prinses van Kastilie, Leon en Arragon, en naaste Erfgenaamen der Spaansche Kroonen, de hulde der LandzaatenGa naar voetnoot(s). |
|