Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijScheepsstryd op de Lek.De belegering van Rotterdam duurde nog: en de leeftogt begon 'er, onder de Burgerye, langs hoe schaarser om te komen. Jonkheer Frans besloot derhalven eenen Scheepstogt langs de Lek te doen, om mondbehoeften te haalen. Agtentwintig groote Kromstevens en Rynschepen, twaalf Roeijagten en Buizen, bemand met veertienhonderd man, staken af van Rotterdam, op den derden van Zomermaand. Jan van Naaldwyk, Fredrik van Zevender, Jan van Kroonenburg en verscheiden' anderen hadden 'er bevel over. De Oostenryksche Schepen, die, hieromtrent, de stroomen bewaarden, te weinig in getal zynde, om deeze Vloot aan te tasten, zonden naar beneden om hulpe, en haalden, met zes groote Oorlogschepen en verscheiden' anderen, de Rotterdammers, die by Streefkerk ten anker gekomen waren, den volgenden nagt, in. Hier ontstondt, des morgens, eenGa naar margenoot+ hevige Scheepsstryd, in welken, de Rotter dammers, overmand door het grof geschut, van welk de Oostenryksche Schepen voorzien waren, de nederlaag kreegen. Naaldwyk raakte, met driehonderd en vyftig man, niet zonder gevaar, aan Land, en nam de wyk naar de Stad Montfoort. Een groot deel der andere manschap sneuvelde, of werdt gevangelyk | |
[pagina 256]
| |
naar Dordrecht gevoerd; alwaar men zig de grootste eer der overwinninge toeschreef. De meeste Rotterdamsche Schepen raakten insgelyks verstrooid, of vielen in vyandelyke handenGa naar voetnoot(o). Deeze ramp werdt van anderen gevolgd. De Rotterdammers, eenige Vaartuigen met Graanen, van Woerden, door de Veenen, naar huis voeren willende, werden, weinige dagen laater, by Moorddrecht, door vierentwintighonderd Oostenrykschen, aangetast, en t'eenemaal verslaagen. Jan van Naaldwyk en Fredrik van Zevender werden, by deeze gelegenheid, gevangen genomen. Van twaalfhonderd man, die uit Rotterdam getrokken waren, kwamen 'er niet meer dan driehonderd te rug: waarom Brederode besloot de bezetting uit Overschie naar Rotterdam te laaten komenGa naar voetnoot(p). Naaldwyk en Zevender zaten niet lang te Dordrecht in hegtenis. Zevender brak uit, door het heimelyk gemak, en raakte, door een eng watertje, aan, en voorts over de wallen. Naaldwyk werdt om een gering losgeld ontslaagen: mids hy beloofde, zyn best te zullen doen, om Rotterdam, by eerlyk Verdrag, in 's Konings handen te doen overleverenGa naar voetnoot(q). |
|