Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijHandeling met Eduard den IV.Terwyl dit in Holland voorviel, handelde Maximiliaan in Engeland, om Eduard den IV. nader aan zyne belangen te verbinden, en eenen merkelyken onderstand tegen Frankryk van hem te verwervenGa naar voetnoot(v). Lodewyk de XI. wendde alle poogingen aan, om deeze onderhandeling te dwarsboomen. Hy hadt Eduard, al in 't jaar 1477, een gedeelte der Nederlanden doen aanbieden, indien deeze hem dezelven wilde helpen winnenGa naar voetnoot(w). Naderhand, hadt hy Eduards Dogter, Elizabet, voor den Daufyn, ten Huwelyk verzogt, zonder egter hierover immer tot een volkomen besluit te willen komen. Eduard bespeurde eindelyk zo klaar, dat hy door Lodewyk om den tuin geleid werdt, dat hy niet langer wilde uitstellen, zig naauwer dan voorheen met Maximiliaan te verbinden. | |
[pagina 193]
| |
Vrouw Maria hadt, op den twee-entwintigsten van Zomermaand des jaars 1478, eenen Zoon ter weereld gebragt, die Filips genaamd werdtGa naar voetnoot(x). Toen deeze naauwlyks een jaar bereikt hadt, was 'er reeds over een Huwelyk van hem en Anna, derde Dogter van Eduard den IV, gehandeldGa naar voetnoot(y). Dit Huwelyk werdt nu, in Oogstmaand des jaars 1480, geslootenGa naar voetnoot(z). Het Verbond, eertyds tusschen Hertog Karel en Eduard den IV. gemaakt, werdt, ten zelfden tyde, vernieuwd. Eduard beloofde Maximiliaan, met zesduizend man, te zullen ondersteunen. Maximiliaan verbondt zig, daarentegen, Eduard den IV. het jaargeld van vyftigduizend Kroonen, welk hy van Frankryk trok, te zullen betaalen, indien Lodewyk de XI. goedvinden mogt, het zelve in te houdenGa naar voetnoot(a). Doch by een volgend Verdrag, werdt dit jaargeld vereffend gerekend, tegen de Bruidschat der Prinsesse, die op honderdduizend Kroonen bepaald wasGa naar voetnoot(b). Wyders verbondt zig Eduard, om een Bestand tusschen Lodewyk en Maximiliaan te bemiddelen, of Lodewyk den oorlog te verklaaren, indien zyne bemiddeling van de hand geweezen werdtGa naar voetnoot(c). Met deeze verbindtenissen gesterkt, zou Maximilliaan magtig geweest zyn, den Koning van Frankryk het hoofd te bieden; doch Lodewyk, in de Lente des jaars | |
[pagina 194]
| |
1481, van eene beroerte overvallen zynde, welke hem geen lang leeven voorspelde, verloor allengskens den lust, om den kryg voort te zetten. Ook riep de verwarde toestand der zaaken in Holland Maximiliaan, ten zelfden tyde, derwaards. |
|