Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijVI. Wolferd van Borselen wordt Stadhouder.Vrouw Maria hadt, al in Sprokkelmaand, een Bevel in Holland laaten afkondigen, inhoudende, dat alle Amptenaars, door Hertoge Karel aangesteld, hunne Ampten zouden blyven behouden, tot dat, hierop, by haar en haaren Raade, nader voorzien zou zyn, De Stadhouder Gruithuizen in 't byzonder | |
[pagina 171]
| |
was, door de Hertogin, op zyn verzoek, in zyn Ampt bevestigd gewordenGa naar voetnoot(m). Doch weinige dagen na het geeven van het Groot-PrivilegieGa naar voetnoot(5), stelde Vrouw Maria, in gevolge van het zelve, Wolferd van Borselen, Heer van Veere, eenen Inboorling, tot Stadhouder van Holland en Zeeland aan. Tot gewoonlyke Raaden, verkoor zy Jan van Egmond en Jakob van Borselen, Ridders, benevens Gerard van Assendelft, Meester Jakob Ruisch, Meester Kornelis de Jonge, Tieleman Oom van Wyngaarden, Hugo van Zwieten en Klaas Janszoon van Wissekerke: die allen, aan handen van den Stadhouder, op den twaalsden van Grasmaand, den eed deeden. Tot buitengewoone Raaden. stelden Vrouw Maria, geene twee Inboorlingen, als by het Groot-Privilegie beloofd was, maar drie Persoonen, Meester Joeskeun, Licentiaat in de Regten, Kornelis van Dorpe, en Gerard van AbbenbroekGa naar voetnoot(n): welken niet allen inboorlingen schynen geweest te zyn. |
|