Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijHertog Filips kant zig tegen de verkiezing van Gysbrecht van Brederode.Hertog Filips zwol midlerwyl van spyt, om dat men zynen natuurlyken Zoon te Utrecht voorbygegaan was. Ook was de verkiezing van Gysbrecht van Brederode den Kabbeljaauwschen in Holland tegen de borst. Zy maakten elkanderen diets ‘dat Reinoud van Brederode, het hoofd der Hoekschen, als afkomstig uit het geslagt der oude Hollandsche Graaven, toeleg hadt, om het Graafschap van Holland te bemagtigen: waar toe hem, dagtenze, zyn Broeder Gysbrecht, Bisschop van Utrecht blyvende, de behulpzaame hand zou konnen bieden. En hoewel men getuigd vindtGa naar voetnoot(z), dat dit vermoeden geenen grond hadt, blies men 'er egter Filips, | |
[pagina 53]
| |
sedert, de ooren zo vol van, dat hy, die hier van zelven reeds genoeg toe neigde, eerlang besloot, de bevestiging van Bisschop Gysbrecht, te Rome te dwarsboomen, en den Bisschop van Terouanne, 't kostte wat het wilde, op den Utrechtschen zetel te zetten. TerstondGa naar margenoot+ vaardigde hy Joannes Godefridi, Bisschop van Atrecht, naar Rome af, die den Paus, thans Kalixtus den III, voorhieldt ‘dat Brederode geen Bisschop zyn mogt, om dat hy in den Kryg tegen de Gentenaars was geweest:’ eene reden, die weinig paste in den mond eens Gezants des Hertogs van Bourgondie, ten wiens behoeve, deeze kryg gevoerd was. Wyders verzogt hy ‘dat de Paus de bevestiging van Brederode weigeren, en David van Bourgondie met het Bisdom van Utrecht beschenken wildeGa naar voetnoot(a).’ Men behoeft niet te twyfelen, of dit verzoek is ondersteund geworden, door rykelyke giften. Brederode's gezanten werden, met goede woorden, opgehouden. De Paus ontving hun geld wel, en hieldt het; doch hy verleende de verzogte bevestiging niet. De Bisschop van Atrecht slaagde beter. Kalixtus leverde hem heimelyk de Brieven over, by welken, David van Bourgondie, tot Bisschop van Utrecht, werdt aangesteldGa naar voetnoot(b). Doch eer men hier van, in 't Stigt, kennis kon hebben, hadden de Geestelykheid, Ridderschap en Steden eenpaarig beslooten, hun- | |
[pagina 54]
| |
nen verkooren' Bisschop, Gysbrecht van Brederode, by voorraad, en tot dat hy van den Paus bevestigd zou zyn, tot Voogd en Beschermer des Landschaps aan te stellen. Dit geschiedde op den zeventienden vanGa naar margenoot+ HerfstmaandGa naar voetnoot(c). Filips, hier van kennis bekomen hebbende; en voorziende, dat hy te Rome zyne begeerte verkrygen zou, begaf zig, tegen den aanvang van Slagtmaand, naar Holland; van zins, om, met het volgend voorjaar, Heirvaart te beschryven, en Bisschop David, met geweld, ten Bisdomme in te voeren. |
|