Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 49]
| |
entwintigsten van Lentemaand, overleeden wasGa naar voetnoot(h): 't zy op het Slot te Vollenhove, gelyk de meestenGa naar voetnoot(i), of op het Slot ter Horst, gelyk sommigen willenGa naar voetnoot(k), of eindelyk, naar 't verhaal van eenen Munsterschen Schryver der zestiende eeuwe, aan eene wonde, in 't Beleg der Stad Vreden in MunsterlandGa naar voetnoot(l). De Hertogen van Bourgondie en van Gelder vernamen dit gewigtig nieuws zo dra niet, of zy deeden alle weer, om de aanstaande verkiezing, op een voorwerp naar hunnen zin, te doen vallen. Filips hadt reeds voorlang toeleg gemaakt, om, na 't afsterven van Rudolf, David van Bourgondie, zynen natuurlyken ZoonGa naar voetnoot(6), thans Bisschop van Terouanne in Artois, tot Bisschop van Utrecht, te doen verkiezen: ten welken einde, hy, al by 't leeven van Rudolf, de stemmen der Kanonniken hadt zoeken te winnenGa naar voetnoot(m): en thans zondt hy, tot dit zelfde einde, Graaf Jan van Nassau naar Utrecht af. Arnoud van Egmond, Hertog van Gelder, kwam in persoon te Utrecht, en verzogt de Geestelykheid, dat zy de Bisschoplyke waardigheid wilde opdraagen aan Hertog Steven van Beieren, Kanonnik te KeulenGa naar voetnoot(n), die ook, door den Aartsbisschop van | |
[pagina 50]
| |
Keulen, schriftelyk, was aangepreezenGa naar voetnoot(o). 't Kapittel, beslooten hebbende, ten spoedigsten, met de verkiezing voort te gaan, kwam, ten dien einde, in de groote Vergaderplaats der Domkerke, op den zevenden van Grasmaand, byeen. Men vondt goed, de verkiezingGa naar margenoot+ by stemminge te doen. Van zeventig Kanonniken, die hier tegenwoordig waren, gaven 'er zevenenzestig hunne stemmen aan Gysbrecht van Brederode. Hy zelf hadt Dionys van Momerancy, Kanonnik te Luik, gestemd. De twee overigen stemden Steven van Beieren; doch gaven egter, naderhand, toen zy zagen, dat de meerderheid voor Brederode was, hem, om vredes wille en behoudens hun gevoelen, ook hunne stem. Voor David van Bourgondie stemde niemant. Negen Kanonniken, die afwezig waren, stemden, door Gevolmagtigden, allen voor Brederode. Wy trekken deeze byzonderheden uit egte Gedenkstukken deezer VerkiezingeGa naar voetnoot(p), uit welken ook blykt, dat sommigen byzondere redenen gaven, waarom zy Brederode stemden: onder anderen, by voorbeeld ‘om dat Hertog Filips hem tot eenen zyner Raaden van Holland, Zeeland en Friesland hadt aangesteld, in welke bediening, hy zig loflyk gekweeten hadtGa naar voetnoot(q).’ Ook ‘om dat alle de Stigtsche Edelen met hem vermaagschapt warenGa naar voetnoot(r).’ De Domproost, kennis van | |
[pagina 51]
| |
zyne verkiezing gekreegen hebbende, namze beleefdelyk aan, onder 't loozen eener diepe zugtGa naar voetnoot(s). Terstond daarop, werdt hy, in 't Koor der Domkerke, in den Bisschoplyken zetel, gezet; toen, voor 't groot Altaar, den volke vertoond, en openlyk, voor eenpaarig verkooren' Bisschop, uitgeroepen. De plegtigheid werdt met het zingen van het Te Deum en andere Kerkgezangen beslootenGa naar voetnoot(t). Agt dagen laater, nam Bisschop Gysbrecht, de Voorregten der Geestelykheid, des Raads en der Gilden van Utrecht plegtiglyk bezwooren hebbendeGa naar voetnoot(u), met hun verlof, zynen intrek in 't Bisschoplyk Paleis. Sedert bragt hy sommige ballingen, die, onder zynen Voorzaat, de Stad hadden moeten ruimen, wederom daar binnen en in den Raad. De andere party nam dit euvelGa naar voetnoot(v). Eenigen begonden reeds samenrottingen te maaken; doch zy verbeurden 'er hun Burgerschap om. Verscheiden' werden 'er zelfs om onthalsdGa naar voetnoot(w). Ook werdt de Stads Banier, hierop, weggeslooten, en de Gilden keurden, dat men elk, die, onder eene nagemaakte banier, of schuifwimpel, vergadering maakte, vryelyk en sonder misdoen, slaen ende vaen zou mogenGa naar voetnoot(x). De meesten, die 't met den overleeden' Bisschop gehouden hadden, | |
[pagina 52]
| |
weeken, sedert, allengskens, ter Stad uit, naar Amersfoort. Bisschop Gysbrecht, zig allenthalven in 't bewind des Bisdoms handhaven willende, verwierf, kort hier na, de bevestiging in 't weereldlyk gebied van Keizer Fredrik den III. Ook zondt hy een aanzienlyk Gezantschap naar Rome, om de bevestiging zyner verkiezing van den Paus te verwerven, niet verzuimende het geschenk van vierduizend Dukaaten, welk hier toe stondtGa naar voetnoot(6), ten spoedigsten naar Rome over te maakenGa naar voetnoot(y). |
|