Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 9]
| |
zaake van het Stapelregt. De Hertogin hadt de Stad, tot driemaal toe, door eenen Bode, in den Haage doen dagvaarden: doch men hadt geweigerd, Gemagtigden, derwaards, te zenden. Zelfs hadt de Regeering den laatsten daagbrief niet willen ontvangen, en den Bode zo bejegend, dat niemant onderneemen durfde, haar op nieuws te dagvaardenGa naar voetnoot(i). Hoe deeze twist, ten deezen tyde, afliep, is my niet klaar genoeg gebleeken. Alleenlyk meen ik, dat 'er, in 't jaar 1445, eene verandering der Regeeringe uit onstaan isGa naar voetnoot(k). Filips toonde zig vergenoegd over de verrigtingen zyner Gemaalinne te Haarlem; alwaar nu de twee partyen bevredigd warenGa naar voetnoot(l); doch hy was te onvrede, dat zy Amsterdam, in de handen der Hoekschen, hadt moeten laaten. De Gemagtigden uit deeze Stad, en die van den Kabbeljaauwschen aanhang uit Haarlem trokken, eenigen tyd hier na, naar Brussel, om hun gedrag, voor den Hertoge, die hen ontbooden hadt, te verdedigen. 't Gevolg vanGa naar margenoot+ deeze handeling was het afzetten des Stadhouders LalaingGa naar voetnoot(m), wien Filips de schuld gaf van alle de opschuddingen, in Holland voorgevallen. Gozewyn de Wilde, een Vlaaming, werdt, onder den naam van President, in zyne plaats, aangesteld. Hy kwam, in de Lente des jaars 1445, herwaards over.Ga naar margenoot+ |
|