Vaderlandsche historie. Deel 1
(1749)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXIX. Giften aan Willibrord en de Kerk te Utrecht.Willibrord kreeg 'er zyn aandeel van. By eenen Giftbrief, gedagtekend den eersten van Louwmaand, in het tweede jaar der Regeeringe van Koning Theodorik, werdt het Klooster, 't welk hy, binnen de muuren van Utrecht, gestigt hadt, en 't welk nu onder zynGa naar margenoot+opzigt stondt, begiftigd met al wat der Koninglyke Schatkist, zo in als om Utrecht, toekwam, met naame de Weide Graveningen en het Dorp of Slot Fethna, en alle de wooningen, landen, hutten, huizen, gebouwen en der zelver inwooners, zo wel dienstknegten als lyfeigenen: voorts de Beemden, Weiden, Bosschen, Wateren, Vaarten, benevens al het Vee en de Veehoeders van beiderlei KunneGa naar voetnoot(z). Deeze Gift lei den eigenlyken grond van de aanzienlyke bezittingen des Utrechtschen Bisdoms, die, van tyd tot tyd,Ga naar margenoot+aangroeiden. Karel gaf ook, weinige jaaren laater, aan de Kerk, die, te Utrecht, ter eere van den Zaligmaaker en van de Heilige Maagd, gestigt was, de verbeurd verklaarde goederen van Everard, te Elst in de Betuwe gelegen, en hem voorheen door Pipyn geschonken, gelyk wy boven aantekendenGa naar voetnoot(a). Willibrord werdt in 't vol bezit van alle deze goederen gesteldGa naar voetnoot(b). 's Jaars daar aan, werden aan eene Kerk te Reynaren, behoorende on- | |
[pagina 373]
| |
der 't Bisdom van Willibrord, door zekeren Graaf Ebroin, ook eenige Hoeven, Bosschen, Boerenwooningen, Slaaven en Slaavinnen en eene Lieve Vrouwen Kerk, te Millingen in de Betuwe, geschonkenGa naar voetnoot(c). Onze Kronykschryvers willen, dat de bestiering der Gemeente te Elst, door Bisschop Willibrord, aan zekeren Werenfrid, opgedraagen werdt, die, niet lang hier na, te Westervoort overleeden zynde, te Elst begraaven werdtGa naar voetnoot(d). Omtrent deezen tyd, of wat laater, overleedt ook WillibrordsGa naar margenoot+Reisgenoot, de Diaken Adelbert, die het Evangelie in Kennemer land gepredikt heeft. Hy werdt te Egmond, toen de Hegge genaamdGa naar voetnoot(e), begraaven. De Kristenen van dien oord stigtten eene houten Kapel over zyne Grafstede, in welke zy, van tyd tot tyd, zyne gedagtenis vierdenGa naar voetnoot(f). |
|