Vaderlandsche historie. Deel 1
(1749)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXVII De Friezen door Karel Martel overwonnen.Raganfrid was, midlerwyl, met het Leger van Koning Chilperik den II, dien hy, na de dood van Dagobert den III, op den troon geplaatst hadtGa naar voetnoot(b), het wyd uitgestrektGa naar voetnoot(1) Ardenner Woud doorgetrokken, om zig met de zeegepraalende Friezen, onder Radboud, te vereenigen. De samengevoegde Legers, als of zy geenen vyand te dugten hadden, liepen het platte land omtrent Keulen, wyd en zyd af. Pipyns Weduwe Plechtrude, die zig, ten deezen tyde, te Keulen ophieldt, werdt genoodzaakt, haare veilig- | |
[pagina 368]
| |
heid met aanzienlyke schatten te koopenGa naar voetnoot(c). De stroopende Franken en Friezen werden, niet lang hier na, door vyf honderd man uit Karels Leger, welken hy zelf aanvoerde, by de hoeve Amblef, niet verre van de Abtdy van Stablo, in Luikerland op de Luxemburgsche grenzen, overvallen en op de vlugt gejaagdGa naar voetnoot(d). 't Is te vermoeden, dat de Friezen, by deeze gelegenheid, naar huis gekeerdGa naar margenoot+zullen zyn. In 't volgend jaar, op Palm-zondag, behaalde Karel, by het Dorp Vinci, niet verre van Kameryk, eene volkomene overwinning op het Leger van Chilperik en Raganfrid. De Koning ontkwam het met de vlugtGa naar voetnoot(e). Ook werdt Raganfrid, door hulp van Wando, Abt der Abtdye van Fontanelle, aan de Seine, die hem een paard verschafte, weggeholpen: welke dienst den Abt duur genoeg te staan kwam, alzo Karel hem terstond uit de Abtdy zette, en volgens 't gemeen gevoelen naar Utrecht, doch zo 't ons voorkomt, naar Maastricht, in 't Klooster van S. ServaasGa naar voetnoot(2), in ballingschap verzondtGa naar voetnoot(f). Omtrent deezen tyd, schynt Karel ook | |
[pagina 369]
| |
de overwinning op Radboud, in Friesland, van welke onze Kronyken gewaagen, behaald te hebbenGa naar voetnoot(g). |
|