Vaderlandsche historie. Deel 1
(1749)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijIV. Ryksverdeeling na Klovis dood. Theodorik bekomt de Landen omtrent den Ryn.Na Klovis dood, werden zyne Landen, onder zyne vier Zoonen, Theodorik, Klodomir, Childebert en Klotaris verdeeld. Theodorik, de oudste, was uit eene byzit gebooren. Hem vielen de Landen ten deel, die, ter wederzyde van den Ryn, gelegen, en al voorlang door de Franken ingenomen waren, te gelyk met een gedeelte der beide Aquitanien. En nademaal hy, ten deezen tyde, niet veel Lands aan de regter zyde des Ryns schynt bezeten te hebben, wordt deeze Rivier, by oude Schryvers, gemeenlyk, als de grensscheiding van 't gewest der Franken, aangemerktGa naar voetnoot(n). Waar uit volgt, dat de Zeeuwsche Eilanden, benevens een gedeelte van Gelderland en Holland, onder het gebied van Theodorik stonden. Men heeft, sedert, zyn | |
[pagina 311]
| |
Ryks aandeel Austrasia of Oostfrankryk genoemd. De Hoofdstad zyns gebieds was MetsGa naar voetnoot(o), alwaar men wilGa naar voetnoot(p), dat hy verscheiden' geldstukken heeft doen munten. In het jaar vyf honderd en dertien, of, volgensGa naar margenoot+anderen, omtrent zeven jaaren laater, werden de Gallische kusten, door een nieuw slag van Zeeschuimers, ontrust. De Deenen deeden, onder hunnen Koning Kochiliak, eene landing in Oostfrankryk. Eene gantsche Landstreek, onder 't gebied van Theodorik gelegen, werdt door hen afgeloopen en verwoestGa naar voetnoot(q). En 't zy, dat zy den Ryn by Katwyk invoeren, 't zy dat zy, meer zuidwaards geland zynde, te lande voorttrokken; men vindt aangetekend, dat zy, tot in het Land der Attuariën, die, zo 't schynt, een gedeelte van het tegenwoordig Gelderland bewoonden, zyn doorgedrongen, alwaar zy insgelyks eene deerlyke verwoesting aanregtedenGa naar voetnoot(r). Zy vulden hunne schepen met buit en een groot getal van gevangenen, van zins, om naar hun Vaderland te rug te keeren. Theodorik ondertusschen, kennis van deeze vyandlykheden bekomen hebbende, zondt zynen Zoon Theodebert, met een magtig Leger, op den Vyand af. De Prins naderde het strand, terwyl het grootste deel der Deensche Vloote in Zee stak. Kochiliak egter bevondt zig nog op den oever, van voorneemen, om, | |
[pagina 312]
| |
binnen kort, met de overige schepen, te volgen. Doch hy werdt van Theodebert overvallen en gedood. De Oostfrankische Vloot, die ook by der hand moet geweest zyn, tastte sedert de Deensche aan, en overwon de zelve. De geroofde buit werdt gelost en den regten Eigenaaren wederom ter hand gesteldGa naar voetnoot(s). In het gemelde jaar vyf honderd en dertien, plaatsen eenige Kronykschryvers den overtogt der Britten naar het Landschap BretagneGa naar voetnoot(t). Doch, uit het gene wy bovenGa naar voetnoot(v) aantekenden, blykt, dat zulks de eerste overtogt niet kan geweest zyn. Ga naar margenoot+ Theodorik, in het drie en twintigste jaar zyner regeeringe, overleeden zynde, werdt, door zynen Zoon, Theodebert, opgevolgdGa naar voetnoot(w). Van deezen Theodebert is nog een brief voor handenGa naar voetnoot(3), geschreeven aan Keizer Justiniaan, die thans in 't Oosten regeerde, in welken hy verslag doet van de uitgestrektheid zyns gebieds, en onder anderen te kennen geeft, dat de Noormannen en een zeker slag van SaxersGa naar margenoot*zig aan hem | |
[pagina 313]
| |
onderworpen haddenGa naar voetnoot(x). Veelligt is de onderwerping der Noormannen op de nederlaag van Kochiliak gevolgd. Onder de regeeringe van Theodebert, viel 'er, omtrent de Rynmonden, een zonderling gevegt voor, van 't welk de oorzaak en uitslag wat breeder ontvouwd moet worden. |
|