Vaderlandsche historie. Deel 1
(1749)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXX. Juliaan doet agt honderd vaartuigen timmeren en Graanen uit Britanje herwaards overbrengen.De voorraad, in Juliaans Leger, begon nu allengskens te minderen, en schoot den Soldaat nog maar weinig leeftogts over, toen 'er Juliaan nog een gedeelte van wegnam, om 'er drie Sterkten aan de Maaze, te vooren door de Alemannen verwoest, doch door hem wederom hersteld, mede te voorzien. Hy was wel terstond bedagt, om Graanen, uit de overwonnen' of bevredigde Landen, te doen opbrengen; doch by de Chamaven was geen voorraad, en 't gene op 't veld stondt nog niet ingeoogstGa naar voetnoot(s). De landeryen der andere volkeren waren meest verwoest. Juliaan besluit dan, een groot deel der Bosschen, die omtrent den Rynstroom, daar de zelve in den Oceaan stort, gelegen waren, om verre te doen houwen en van het hout, in aller yl, agthonderd Vaartuigen, wat grooter dan Visschers pinken, te laaten timmeren: welken hy, alzo nu de overtogt, door het bevredigen der Chamaven, veilig was, niet allen gelyk, is 't denkelyk, maar | |
[pagina 247]
| |
nu en dan eenigen, naar maate dat ze voltimmerd waren, naar Britanje zendt. Van waar eerlang, overmids de togt dikwils herhaald en in korten tyd volbragt werdt, zulk een overvloed van graanen herwaards werdt gevoerd, dat het Krygsvolk niet slegts voorzien werdt; maar ook de Voorraadschuuren, die Juliaan langs den Ryn ten spoedigsten bouwen lietGa naar voetnoot(t), wel haast opgepropt raakten. Zelfs kreegen de Inwooners der naaste Landen gelegenheid, om zig, uit deezen overvloed, te voeden, en hunne verwoeste akkers daarenboven op nieuws te bezaaijen; naardien Juliaan eene soort van Vaartuigen uitvondt, bekwaam om de Rivieren te bevaaren, in welken, hy den bekomen' voorraad, waarschynlyk aan het Eiland Batavia, deedt overscheepen, en vervolgens den Ryn opvoerenGa naar voetnoot(v). |
|