Vaderlandsche historie. Deel 1
(1749)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXII. De Franken steeken eenige schepen der Romeinen in brand. Hunne scheepstogten.Ondertusschen hielden de Franken, die, zo men getuigd vindt, het breeken der beloofde trouwe voor spel aanzagenGa naar voetnoot(m), het gemaakt verdrag niet lang. De gelegenheid des Lands, alwaarzy hun verblyf hielden, maakt het vermoedelyk, dat zy de Germaanen geweest zyn, die eenige RomeinscheGa naar voetnoot(8) Schepen, in den Ryn leggende, nog onder de Regeeringe van Probus, in den brand gesteken hebbenGa naar voetnoot(n). Dit is 't minst. Zy maakten zig meester van een goed getal van Schepen, met welken zy in Zee staken, zeilende, door het naauw van de Straat, naar de stad Tarragone in Spanje, die met geweld overmeesterd en geheel nitgeplonderd werdtGa naar voetnoot(o). Vervolgens den steven | |
[pagina 218]
| |
naar Sicilie gewend hebbende, vallenze in de Stad Sirakuze, en regten 'er eene geweldige verwoesting aan. Van hier zeilen ze naar Afrika, stroopende, schoon niet ongestraft, langs de kusten van Lybie. Zy hadden 't oog inzonderheid op Karthago; doch werden afgeweezen. Na 't aandoen van verscheiden' kusten, kwamenze, van zulk eenen langen en gevaarlyken togt, zonder eenig merkelyk verlies geleeden te hebben, behouden aan hun Eiland Batavia te rugGa naar voetnoot(p). Het zeeschuimen was hun ondertusschen zo wel bevallen, dat zy, van dien tyd af, met deGa naar voetnoot(9) Saxers samenspannende, de Gallische kusten alomme onveilig maaktenGa naar voetnoot(q). |
|