Chr.J. van Geel. Een bundel over zijn poëzie
(1979)–Elly de Waard– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 95]
| |
[pagina 96]
| |
Jonge vlinder
Een vlinder droeg zich uit de pop,
pompte zijn nerven vol met bloed,
zijn voelsprieten staan puntgaaf stijf,
hij zit, hij heeft zijn vleugels wijd,
als dood, om nooit meer te bewegen.
| |
[pagina 97]
| |
Wolfshok
Met kleine blik bekwaam in zijn
grauw pak en altijd waakzaam naar
de tralies kijkend loopt, gespitst,
een wolf zijn pad tot los zand kaal.
Door niets beklemd dan aandacht vragen
houdt hij die er geen gat in ziet
en jachtig stapt in wat hem dwingt
zich in het ongeluk bekwaam.
|
|