Zwijgende liefde (onder ps. Julius)(1860)–Julius Vuylsteke– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 82] [p. 82] XLIII Daar was een vogel, Fenix, die stierf en stierf en stierf, en telkens uit zijne assche op niew het leven verwierf. O dwaze vogel Fenix, de dooden rusten zoo zoet: waarom herleeft gij zoo telkens? wat vindt gij in 't leven zoo goed? Wee, de arme vogel Fenix, hij kan het niet helpen, ach! Dat is hier nu zijn noodlot dat hij niet sterven mag. [pagina 83] [p. 83] Och arme vogel Fenix, die nimmer sterven moogt, en och mijne arme liefde, die vruchtloos te sterven poogt. Vorige Volgende