Zwijgende liefde (onder ps. Julius)(1860)–Julius Vuylsteke– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 80] [p. 80] XLII De niewjaardag is een schoone dag om alles zonder vrees te zeggen; wat men gevoelt, dat kan en mag m' in 't niewjaar-complimentjen leggen. Ik trek dan op, en onderweg wil ik twee niewjaarwenschen bereiden, d' een' dien ik luid der familie zeg, en d' andre voor jufvrouw tusschen ons beiden. Dat plan is schoon. - 'k Kom in den salon, - ik zwom in 't zaligste hopen en wanen; - de liefste glinsterde daar als een Zon, maar ach! de Zon was niet zonder Manen. [pagina 81] [p. 81] Twee onzer heeren toonden haar druk hun diepe complimentéringskunde; ik wenschte hun met den mond veel geluk, 'k weet niet wat hun mijn herte wel gunde. Vorige Volgende