Zwijgende liefde (onder ps. Julius)(1860)–Julius Vuylsteke– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 65] [p. 65] XXXIV Waaraan denkt gij, wen uw handen 't halfgesloten boekjen hoûen, en uw halfgeslotene oogen starlings voor zich henen schouwen? - Aan de wondere avonturen des romantischen Adonis? aan zijn lijden, dat zoo bitter, aan zijn liefde, die zoo schoon is? - Aan een lintjen, dat er miste aan uw huidige toilette, waarop menige vriendinne u een schimpend mondjen zette? [pagina 66] [p. 66] Aan het kleed, waarin gij morgen naar de wandeling zult komen, waarvan menige vriendinne vast in de eenzaamheid zal droomen? - Aan den jongen heer, dien 'k gistren lachend, los met u zag praten, die u scheen wel diep te minnen, en dien gij niet scheent te haten? - Ik denk aan dien heer, en 'k wenschte dat ik blind en doof wierde, even als ik stom ben, om geen smerten, niewe smerten te beleven... Vorige Volgende