Zwijgende liefde (onder ps. Julius)(1860)–Julius Vuylsteke– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 51] [p. 51] XXV Bedenk eens! zoo ik mij ging verbinden, wie weet of ik nog eene uitvlugt zou vinden, wanneer uit Gewoonte Verveling kwam? Of neem dat ik blijf branden en blaken, wat dwaas figuur zou ik niet staan maken, zoo haar eens een ander grilletjen nam! Ten tweede, wie weet hoe 't met mij zou keeren, indien 'k mij door haar eens geheel liet beheeren? De vrouwen houden van kerk en geloof. Ligt wierde ik een zwakke, een zwijger, een lauwe, een huichlaar, wat weet ik? - uit liefde der vrouwe! - Thands ben ik voor al die dwaasheên doof. [pagina 52] [p. 52] Ten derde, vrijen komt op trouwen, en eene echtvrouw, al is ze de beste der vrouwen, slaat zorglijk uw' handel en wandel gâ. Gelukkig zoo gij met evenveel zorge den haren hetrachten kunt, en borge ervoor moogt wezen... - etcetera. Vorige Volgende