Zwijgende liefde (onder ps. Julius)(1860)–Julius Vuylsteke– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 28] [p. 28] X Ik zweeg - en dacht hoe 'k toch gemaklijk woorden van liefde en lof bij iedere andre vind, en niets bij haar, die al mijns herten koorden doet trillen, die mijn hert alleen bemint; en dat ik niets bij andre pleeg te schroomen, en dáar onhandig ben gelijk een kind; en dat ik toch zoo lomp, zoo dom kan droomen bij 't eenig meisjen die mijn hert bemint. Vorige Volgende