Zwijgende liefde (onder ps. Julius)(1860)–Julius Vuylsteke– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 19] [p. 19] V Wij waren getwee te samen, en waren getwee alleen, bewonderend hoe op de bloemen de zonne zoo liefelijk scheen. Wij wandelden door de lanen, en zagen bewonderend op naar die boomen met bloesems beladen van den voet tot aan den top. Wij gingen bewonderend verder, en hoorden en roken rond hoe ieder vogelken zingend, elk bloemeken geurend stond. [pagina 20] [p. 20] En zij was in verbazing, - en 't is 't verbazen ook waard - hoe de Schepping door duizend monden duizend geheimen verklaart. En ik was nog meer in verbazing, hoe mijn hert van 't kloppen niet brak, en hoe mijn mond, als genageld, geen enkel woordeken sprak. Vorige Volgende