Zwijgende liefde (onder ps. Julius)(1860)–Julius Vuylsteke– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 17] [p. 17] IV O! 'k heb de lachende lente lief met haren bleekgroenen dosch; de langgehairde dichters gaan dan mijmeren in het bosch. De nachtegaal zucht dan zijne klagt in wonderbaar geluid; de roozen ademen hare ziel in smachtende geuren uit. 't Is weder lente! Ik ook herleef, ik ook voel niewen gloed, ik ook voel niewe liefde in het hert, in 't willen niewen moed. [pagina 18] [p. 18] 'k Wil openhertig wezen als gij, o roos, o nachtegaal; 'k wil haar verklaren geheel mijn ziel in vrije en vurige taal. Vorige Volgende