Zwijgende liefde (onder ps. Julius)(1860)–Julius Vuylsteke– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 21] [p. 21] VI Toch sprak ik: ‘Ja, de Schepsels spreken; ja, geur en kleur en klank zijn stemmen; doch wát is 't, dat ze ons allen preêken, die vliegen of kruipen of zwemmen? ‘Die vrage laat zich ligt beseffen: zoo duister immers zijn hun talen! Hij moet, wie goed den zin wil treffen, de hulpe van taalmannen halen. ‘Nu, zulk een taalman is de Dichter; die zegt te regt en met veel waarheid: ‘De Schepping roemt den Waereld-stichter!’ Dat zal hij u toonen met klaarheid. Vorige Volgende