Verzamelde gedichten(1887)–Julius Vuylsteke– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 76] [p. 76] De jongeling in het woud Treurige ballade Der vogelen liederen galmen zoo liefelijk door het woud; der bloemekens geuren walmen als wierook door het woud. Daar zit een jongling in het woud, eenzaam onder 't lommer; op 't voorhoofd ligt de smart geprent, in 't harte woont de kommer. En of hij angstig hoort en ziet, hij ziet of hoort zijn liefste niet. Der vogelen liederen galmen zoo liefelijk door het woud; der bloemekens geuren walmen als wierook door het woud. Gij ook vergeet mij? Ach! genoeg: mochte mijn hart nu breken! En doodstil zweeg zijn bleeke mond; hij kon niet verder spreken. En zuchtend boog hij terneer den kop. en hief hem nimmer weder op. [pagina 77] [p. 77] Der vogelen liederen galmen zoo liefelijk door het woud: der bloemekens geuren walmen als wierook door het woud. (Noord en Zuid, Academische Mengelingen, 1e deel, 1856.) Vorige Volgende