Verzamelde gedichten
(1887)–Julius Vuylsteke– Auteursrecht onbekend
[pagina 41]
| |
Wee, de arme vogel Fenix,
hij kan het niet helpen, ach!
Dat is hier nu zijn noodlot
dat hij niet sterven mag.
Och arme vogel Fenix,
die nimmer sterven moogt,
en och mijne arme liefde,
die vruchtloos te sterven poogt.
|
|