Verzamelde gedichten
(1887)–Julius Vuylsteke– Auteursrecht onbekend
[pagina 32]
| |
Aan de wondere avonturen
des romantischen Adonis?
aan zijn lijden, dat zoo bitter,
aan zijn liefde, die zoo schoon is? -
Aan een lintje, dat er miste
aan uw huidige toilette,
waarop menige vriendinne
u een schimpend mondje zett'e?
Aan het kleed, waarin gij morgen
naar de wandeling zult komen,
waarvan menige vriendinne
vast in de eenzaamheid zal droomen? -
Aan den jongen heer, dien 'k gistren
lachend, los met u zag praten,
die u scheen wel diep te minnen,
en dien gij niet scheent te haten? -
Ik denk aan dien heer, en 'k wenschte
dat ik blind en doof wierde, even
als ik stom ben, om geen smarten,
nieuwe smarten te beleven...
|
|