Verzamelde gedichten(1887)–Julius Vuylsteke– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende XXIV Wie kent er de oude liefde niet van Hero en Leander? Wat zijn de vrijers van onzen tijd? Leander, dat was er een ander! Hem scheidde een breede en diepe zee van de allerliefste vriendinne: hij sprong er welberaden in... - O godlijke kracht der minne! Hij zwom, en zwom, en langzamerhand begon hem de macht te ontzinken... 't Was nacht... helaas! de bleeke Maan zag hem halfweg verdrinken. - Ook haar en mij scheidt een breede zee vooroordeelen en gebruiken: 't gebruik zijn de stroomende golven daar; 't vooroordeel, de klip die zij duiken. [pagina 24] [p. 24] Naar al die golven en klippen zou ik mij met zorg moeten schikken... 'k Studeer daarop al lang, en nog steeds blijf ik er versuft op blikken. 'k Geloof dat ik zoo studeeren zal tot alles zal zijn verloren. - Intusschen heb ik toch den troost dat ik niet zal versmooren. Vorige Volgende