Verzamelde gedichten(1887)–Julius Vuylsteke– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende XVI Statig heft zich de roze boven de bloemen-parken: statiger praalt mijne schoone tusschen de meisjes-reien. 't Is geene blanke lelie die aan het klagende water, eenzaam, droef en verholen, droomerig klaagt in de stilte. Fierheid blinkt op het voorhoofd, stoutheid vonkelt in de oogen, vreugde geuren de woorden, leven bonst in het hartje. Frischheid bloeit op de wangen, wellust vloeit van de lippen, vrijheid gloeit in de blikken, leven stoeit in het hoofdje. Vorige Volgende