Verzamelde gedichten(1887)–Julius Vuylsteke– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 15] [p. 15] XIV Gelijk een vuur, dat flonkert door dunne nevelen heen, zoo schittert, half verdonkerd, haar oog onder de oogeleên. Wilde, brandende oogen, drijvend in eenen vloed van zachtheid en mededoogen: half water en half gloed. O tooverachtig gemengel van week gevoel en van drift! O tolken van 't hart van dien engel, brengt gij mij laving of gift? Vorige Volgende