Verzamelde gedichten
(1887)–Julius Vuylsteke– Auteursrecht onbekend
[pagina 9]
| |
‘Rups en worm zijn ook niet stom!
hoor! een lied komt u verrassen,
Hem ter eer, die blad en blom
voor hun lieve maag liet wassen.
‘En dor vooglen blijde koren
doen een luid gejubel hooren
Hem, die zulke lekkre wormen
en insekten wilde vormen.
‘Ook de menschenstemmen klinken:
“Hallelujah!” hoort ge zingen,
“Schepper van zoo vele dingen,
“goed om te eten en te drinken!”
‘Doch de vlooien en de papen
zingen nog het meest van allen,
daar Hij menschen heeft geschapen,
die hun zijn ten deel gevallen.
‘Zoo vindt ieder schepsel stof
om des Scheppers werk te loven;
en die warme, éénstemm'ge lof
stijgt als wierookwalm naar boven!
|
|